Spelling 2.8 mh2

Spelling 2.8 mh2
Leerdoelen
In deze paragraaf herhaal je:
• hoe je de verleden tijd van een werkwoord goed spelt.
In deze paragraaf leer je:
• wanneer je een dubbele punt gebruikt;
• twintig dicteewoorden.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Spelling 2.8 mh2
Leerdoelen
In deze paragraaf herhaal je:
• hoe je de verleden tijd van een werkwoord goed spelt.
In deze paragraaf leer je:
• wanneer je een dubbele punt gebruikt;
• twintig dicteewoorden.

Slide 1 - Slide

Weektaak
opdracht 2, 5, 8 10

Slide 2 - Slide

Wat zijn ook alweer 'sterke werkwoorden'?

Slide 3 - Open question

Wat zijn ook alweer 'zwakke werkwoorden'?

Slide 4 - Open question

Uitleg filmpje persoonsvorm verleden tijd 

Slide 5 - Slide

Verleden tijd van 'klappen' (pas de regel van 't kofschip toe)
A
klapte
B
klapde

Slide 6 - Quiz

Wat is de verleden tijd van 'ontdekken'? Pas 't kofschip toe.

Slide 7 - Open question

Bepaal of de volgende werkwoorden in de verleden tijd op -te of -de eindigen. Noteer ook de verleden tijdsvorm:
1. klappen
2. leven
3. bakken
4. antwoorden
5. luisteren
6. fietsen

timer
3:00

Slide 8 - Slide

Antwoorden
1. klapte (eindigt op p, dus -te)
2. leefde (eindigt op v, dus -de)
3. bakte (eindigt op k, dus -te)
4. antwoordde (eindigt op d, dus -de)
5. luisterde (eindigt op r, dus -de)
6. fietste (eindigt op t, dus -te)

Slide 9 - Slide

Extra uitleg oefening nodig?
- Bezig met de weektaak 
- Versterk jezelf
- Boek lezen
- Iemand anders helpen

Slide 10 - Slide

Afsluiter; ik snap hoe ik de verleden tijd maak m.b.v. 't kofschip
A
ja, komt helemaal goed
B
ja, maar ik moet nog wel oefenen
C
ja, maar ik wil nog een keer uitleg
D
nee, ik vind het erg moeilijk

Slide 11 - Quiz