This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
leerdoelen
Je leert de moleculaire bouw van eiwitten en de functie van eiwitten in het lichaam.
Je leert de werking van enzymen.
Slide 2 - Slide
Wat weet je over eiwitten?
je test je kennis over de moleculaire bouw van eiwitten en de functie van eiwitten in het lichaam en de werking van enzymen.
Slide 3 - Slide
een eiwit is...
A
een thermoplast
B
een natuurlijke polymeer
C
een bouwsteen van DNA
D
een natuurlijke monomeer
Slide 4 - Quiz
een aminozuur is ...
A
een atoom
B
een molecuul
C
de bouwsteen van een eiwit
D
een monomeer
Slide 5 - Quiz
een eiwit
...is een natuurlijke polymeer die bestaat uit aminozuren.
De aminozuren zijn de monomeren.
Slide 6 - Slide
een juiste weergave voor de algemene structuur van een aminozuur is (meerdere opties mogelijk):
A
B
C
D
Slide 7 - Quiz
Bouw van aminozuren
Aminozuren zijn monomeren. Dit zijn kleine moleculen waarin een aminogroep (-NH2) en een zuurgroep (-COOH) voorkomt.
De R staat voor restgroep, en deze is voor elk aminozuur anders. Deze restgroep, of functionele groep, kan bijvoorbeeld -OH groepen bevatten, of een ring.
Slide 8 - Slide
functionele groep
elk aminozuur heeft dezelfde basisstructuur en daarbij een andere functionele groep. Dit kun je vinden in Binas 67H.
Slide 9 - Slide
de reactie waardoor aminozuren een polypeptide kunnen vormen is een...
A
additie
B
condensatie
C
hydrolyse
D
substitutie
Slide 10 - Quiz
condensatie-polymerisatie
2 aminozuren --> dipeptide
veel aminozuren --> polypeptide (=eiwit)
Slide 11 - Slide
Aspartaam is een zoetstof. Een molecuul aspartaam is opgebouwd uit twee aminozuren, die aan elkaar zijn gekoppeld. Eén aminozuur is ook veresterd. In de figuur is met nummers een aantal bindingen weergegeven. Geef in de volgende vraag aan welk nummer hoort bij de koppeling van de aminozuren welk nummer hoort bij de verestering.
Slide 12 - Slide
'koppeling aminozuren' is nummer....
en
'verestering' is nummer...
A
1 en 3
B
3 en 4
C
3 en 5
D
3 en 6
Slide 13 - Quiz
uitwerking
koppeling aminozuren --> peptidebinding
verestering --> esterbinding
Slide 14 - Slide
volgorde van aminozuren bepaald --> primaire structuur
Hierin worden H-bruggen en zwavelbruggen gevormd en vouwt de polypeptideketen zich op -> netwerk van meerdere polypeptideketens (=eiwit)
Ruimtelijke structuur bepaalt de eigenschappen
Slide 15 - Slide
Van aminozuur naar peptidebindiding naar eiwit.
aminozuren
polypeptide
eiwit
Slide 16 - Slide
Volgorde aminozuren is belangrijk
TAAL betekent iets anders dan LAAT
Zo bepaalt ook de volgorde van de aminozuren welk eiwit er gevormd wordt
Slide 17 - Slide
Eiwitten
wat hoort bij wat?
primaire structuur
vouwing van het eiwit
bouwstenen
immuunsysteem
waterstofbruggen en zwavelbruggen
aminozuurvolgorde
een specifieke functie
haren, nagels, spieren
Slide 18 - Drag question
rol van eiwitten in het lichaam
energievoorziening;
bouwstof (haren, huid, tanden, nagels en spieren);
vervoer van stoffen in je lichaam (hemoglobine),
functie bij de bloedstolling;
hoofdonderdeel van ons immuunsysteem
*essentiële aminozuren, kunnen we niet zelf maken, dus moeten we uit voedsel halen
Slide 19 - Slide
hydrolyse = reactie met water waarbij eiwitten afgebroken worden tot aminozuren
afbraak van eiwitten in losse aminozuren
Slide 20 - Slide
bij reacties zoals hydrolyse zijn enzymen betrokken. Wat weet je van enzymen?
A
enzymen maken we niet zelf en moet je opeten
B
enzymen hebben een optimale pH waarbij ze werken
C
enzymen kunnen alles omzetten
D
enzymen kunnen alleen hydrolyse uitvoeren
Slide 21 - Quiz
enzymen
een enzym is een eiwit dat werkt als biokatalysator.
enzymen zijn specifiek: ze bevorderen één bepaalde reactie.
de stof die wordt omgezet door een enzym noemen we het substraat.
enzymen werken optimaal bij een bepaalde pH (denk aan je maag!), en soms ook bij een bepaalde temperatuur (koorts!).
Slide 22 - Slide
Werking van enzymen
Enzym gaat binding aan met substraat
enzym en substraat veranderen van vorm
reactie
reactieproducten worden los gelaten
enzym terug naar oorspronkelijke vorm
Slide 23 - Slide
optimale werking enzymen
enzymen werken het beste bij hun optimale waarde
(afhankelijk van functie en plaats)
temperatuuroptimum en
pH-optimum
Slide 24 - Slide
Hoe wordt de binding tussen aminozuren die een eiwit vormen genoemd?
A
peptidebinding
B
esterbinding
C
aminozuurbinding
D
condensatiebinding
Slide 25 - Quiz
een bepaald polypeptide bestaat uit 20.000 aminozuren. Wat is nodig om het polypeptide volledig te hydrolyseren?