Uitleg: tijdproef en getalproef
Om de persoonsvorm te kunnen vinden kun je een tijdproef doen en/of een getalproef.
Tijdproef: verander de tijd van de zin tegenwoordige tijd / verleden tijd.
Inge bekijkt het rooster via de app. Inge bekeek het rooster via de app.
Het ww dat verandert is de persoonsvorm.
Getalproef: verander het getal van de zin van enkelvoud naar meervoud of andersom.
De reisleider vertelde veel over het land.
De reisleiders vertelden veel over het land.
Het werkwoord dat verandert is dan de persoonsvorm.