Grammatica blok 1 - Les 1 - L1mha

Grammatica
Blok 1
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Grammatica
Blok 1

Slide 1 - Slide

Doel van de les:
- je kan 3 verschillende werkwoordsvormen benoemen: persoonsvorm, infinitief, volt.dw.
- je kan de persoonsvorm vinden in de zin.
- je kan de tijdproef en getalproef toepassen.
Je gaat deze les:
- werkwoorden benoemen in een zin.
- je gaat werkwoorden in de verschillende werkwoordsvormen zetten.
- je gaat de tijdproef toepassen.
- je gaat de getalproef toepassen

Slide 2 - Slide

Een werkwoord...
- maakt duidelijk wat er gebeurt.
- maakt duidelijk wat er wordt gedaan.

Slide 3 - Slide

Wat is een werkwoord?

Slide 4 - Open question

Werkwoordsvormen
Persoonsvorm: deze werkwoordsvorm verandert als je de zin in een andere tijd zet.
Infinitief: het hele werkwoord, als deze in de zin voorkomt is een ander werkwoord de persoonsvorm.
Voltooid deelwoord: het werkwoord dat in de zin staat als er een persoonsvorm van de werkwoorden hebben, worden of zijn in de zin staat.

Slide 5 - Slide

Voorbeelden
1. Persoonsvorm
In de vakantie schildert Lois haar slaapkamer. (tijd veranderen)

2. Infinitief
In de vakantie zal Lois haar slaapkamer schilderen. (hele ww, ander ww is de pv)

3. Voltooid deelwoord
In de vakantie heeft Lois haar slaapkamer geschilderd. ( pv komt van hebben, worden, zijn het andere ww is dan het volt.dw.)

Slide 6 - Slide

Benoem de persoonsvorm:
Hij gaat met de fiets naar school.

Slide 7 - Open question

Benoem de persoonsvorm:
In de brugklas heb je veel verschillende docenten.

Slide 8 - Open question

Benoem de infinitief:
Op school zal je veel heen en weer lopen.

Slide 9 - Open question

Benoem de infinitief:
Bij een concert kun je naar muziek luisteren.

Slide 10 - Open question

Benoem het voltooid deelwoord:
De leerlingen zijn vorige week op school begonnen.

Slide 11 - Open question

Benoem het voltooid deelwoord:
Hij is in de vakantie jarig geweest.

Slide 12 - Open question

Aan de slag
Maak de volgende opdrachten van grammatica blok 1:
- opdracht 6
- opdracht 7
- opdracht 8, vraag 1 en 2

Slide 13 - Slide

Huiswerk bespreken
Opdracht 8

Slide 14 - Slide

Nog even oefenen...
Benoem in de volgende zinnen de werkwoorden, geef aan of het werwoord de pv/het infinitief/het voltooid dw is.
1. Hij is vandaag eerste geworden bij de voetbalwedstrijd.
2. De leerlingen zijn van hun fiets gesprongen.
3. Floor zal naar haar oma lopen.

Slide 15 - Slide

Uitleg: tijdproef en getalproef
Om de persoonsvorm te kunnen vinden kun je een tijdproef doen en/of een getalproef.

Tijdproef: verander de tijd van de zin tegenwoordige tijd / verleden tijd.
Inge bekijkt het rooster via de app. Inge bekeek het rooster via de app.
Het ww dat verandert is de persoonsvorm.

Getalproef: verander het getal van de zin van enkelvoud naar meervoud of andersom.
De reisleider vertelde veel over het land.
De reisleiders vertelden veel over het land. 
Het werkwoord dat verandert is dan de persoonsvorm.

Slide 16 - Slide

Aan de slag
Maak de volgende opdrachten van grammatica blok 1:
- opdracht 9, vraag 1, 2 en 3. Bij vraag 2 kun je de ww onderstrepen i.p.v. opnieuw opschrijven.
- opdracht 10

Klaar? -> Lezen in je leesboek/leesboek uitzoeken in de mediatheek.

Slide 17 - Slide