De persoonsvorm vind je door...
- De zin in een andere tijd te zetten. = tijdproef!
Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
De jongen valt van zijn fiets. PV=
- De zin in een getal (enkelvoud <=> meervoud) te zetten. = getalproef!
Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
Het meisje lacht om het grapje. PV=