week 5 - les 2

Fransen vieren feest
Het stokbrood is internationaal erkend als cultureel erfgoed.
1 / 38
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Fransen vieren feest
Het stokbrood is internationaal erkend als cultureel erfgoed.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

- les verbes en -er & les devoirs
- jeu de l'oie
- écrire




Le but: à la fin de ce cours:
  • heb ik geoefend met het bezittelijk voornaamwoord
  • heb ik geoefend met de werkwoorden être, avoir en werkwoorden op -er
  • kan ik een foto beschrijven in het Frans

Slide 3 - Slide

Werkwoorden -er
Wat is de regel?
Hoe leer je de uitgangen?

Slide 4 - Slide

je (ik)
+ e
tu (jij)
+ es
il (hij)
+ e
elle (zij)
+ e
on (men/we)
+ e
nous (wij)
+ ons
vous (jullie/u)
+ ez
ils (zij, mnl)
+ ent
elles (zij, vrl)
+ ent
UITGANGEN

van de 
werkwoorden
op

-ER

Slide 5 - Slide

De uitgangen van regelmatige werkwoord op -er

Slide 6 - Slide

werkwoord avoir
j'ai
tu ......
il/elle/on ........
nous avons
vous .......
ils/elles .........

Slide 7 - Slide

werkwoord avoir
j'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont

Slide 8 - Slide

werkwoord être
je suis
tu ....
il ......
nous sommes
vous .....
ils .....

Slide 9 - Slide

werkwoord être
je suis
tu es
il est
nous sommes
vous êtes
ils sont

Slide 10 - Slide

Les devoirs
Maken: 8f, 8g, 8h blz 108 (114 - Plusklas)
Leren: apprendre 9 en 10 unité 2 (getallen)

Formatieve toets: Kies een (vakantie)foto van je familie of vrienden. Print deze uit of neem de foto mee

Slide 11 - Slide

Groupe 1
Groupe 2

- huiswerk af / zelf nakijken

- jeu de l'oie

- huiswerk: grammaire extra  

8f, 8g, 8h blz 108 (114 - Plusklas)

- leren woordjes voor toetsweek





 

- huiswerk niet af  of te moeilijk 

- extra uitleg - maken oefeningen

- jeu de l'oie

- huiswerk grammaire extra

8f, 8g, 8h blz 108 (114 - Plusklas)















Slide 12 - Slide

Exercice 16F blz 77/83

1 mon, mannelijk enkelvoud
2 mes, meervoud
3 ta, vrouwelijk enkelvoud
4 ton, mannelijk enkelvoud
5 sa, vrouwelijk enkelvoud
6 ses, meervoud
7 son, mannelijk enkelvoud
8 sa, vrouwelijk enkelvoud

Havo/vwo, vwo en plusklas

Slide 13 - Slide

Exercice 16G blz 77

1 ma grand-mère
2 ses parents
3 mon chien
4 son cousin
5 ton amie / ta copine
6 mon quartier
7 son école
8 tes cousines

Havo/vwo en vwo

Slide 14 - Slide

Exercice 16G

1 Mon père et ma mère sont en vacances.
 Mijn vader en moeder zijn op vakantie.
2 Voici des photos de ton école et de ta classe.
 Hier zijn foto’s van jouw school en jouw klas.
3 C’est la maison de Jules et de son amie.
 Het is het huis van Jules en zijn vriendin.
4 Ses sœurs ont neuf et sept ans.
 Haar zussen zijn negen en zeven jaar.

Plusklas

Slide 15 - Slide

Exercice 16H

1. son
2. sa
3. ses
4. mon
Havo/vwo en vwo

Slide 16 - Slide

16 H
1 Ses cousines sont sympas ? Oui, ses cousines sont sympas.
2 Ses hobbys sont le foot et la musique ? Oui, ses hobbys sont le ...
3 Il y a une école dans ta ville ? Oui, il y a une école dans ma ville.
4 Elle invite Claire à sa fête ? Oui, elle invite Claire à sa fête.
5 Tu as l’adresse de ta copine Inès ? Oui, j’ai l’adresse de ma copine Inès.
6 Son appartement est à dix minutes en bus ? Oui, son appartement est ...
7 Vous avez un cadeau pour mon anniversaire ? Oui, nous avons / j’ai un cadeau pour ton anniversaire.
8 Il y a 15 filles dans sa classe ? Oui, il y a 15 filles dans sa classe.

Plusklas

Slide 17 - Slide

Jeu de l'oie - spelregels
Je…
Tu …
Il/Elle …
Nous …
Vous…
Ils/Elles …



  = gooi nog een keer

Slide 18 - Slide

Spelregels
- Je vervoegt het werkwoord van het vakje waar je op komt.
- Het aantal ogen op de dobbelsteen bepaalt hoe je vervoegt.
- Als je antwoord fout is zet je twee stappen terug.

Slide 19 - Slide

Welke zin zegt Kenny B tegen het meisje?
A
Je suis Néerlandais
B
Je parle haut et français
C
Mademoiselle tu es très belle
D
Toujours mon amour

Slide 20 - Quiz

Welke zin zegt het meisje tegen Kenny B?
A
Bonjour mon amour
B
Je parle peu français
C
Je suis Néerlandaise
D
Mon amour tu es un petit peu belle

Slide 21 - Quiz

Waar wil Kenny B. met het meisje naartoe in Parijs?

Slide 22 - Mind map

Wat betkent: je parle un petit peu français?

Slide 23 - Open question

Weet je ook waar ze nu zijn in Parijs?

Slide 24 - Open question

Wat betekent je t'aime?

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Vul het bezittelijk vnw in:
(mijn) ___ parents sont sympas
A
mon
B
ma
C
mes
D
tes

Slide 33 - Quiz

Vul het bezittelijk vnw in:
Tu aimes (jouw) _____ classe?

Slide 34 - Open question

Vul het bezittelijk vnw in:
C'est l'école de David. C'est (zijn) ____ école.

Slide 35 - Open question

Vul het bezittelijk vnw in:
Tu connais (mijn) ____ tante?

Slide 36 - Open question

Vul het bezittelijk vnw in:
Elle invite Claire à (haar) _____ fête

Slide 37 - Open question

Vul het bezittelijk vnw in:
Ce sont (zijn) _____ cousins.

Slide 38 - Open question