Week 6

¡Bienvenidos a la clase de Español!
Meneer Gómez
Hoy es ___________
Mañana es _____________
1 / 38
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

¡Bienvenidos a la clase de Español!
Meneer Gómez
Hoy es ___________
Mañana es _____________

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy? 
(Wat gaan wij vandaag doen?)
1. HERHALEN:
Het voltooid tegenwoordige tijd in het Spaans (Presente Perfecto)
2. Oefenen








.


Slide 2 - Slide

Reglas de la clase
1. Eten/ drinken
2. Telefoon thuis of in de kluis
3. Chromebook opgeladen
4. Te laat komen
5. RESPECT EACH OTHER!

Slide 3 - Slide

Presente Perfecto
Wat is?

Als je iets wilt vertellen wat je hebt gedaan.
Voorbeeld:

Ik heb een boek gekocht.

Slide 4 - Slide

Hoe maak je de Presente Perfecto?
Je hebt twee dingen nodig:

1.  ONDERWERP
2. Hulpwerkwoord "haber" (betekent "hebben")
Hulpwerkwoord "Haber" vervoegen
We beginnen met het vervoegen van "haber":


Yo he (Ik heb)
Tú has (Jij hebt)
Él/ella ha (Hij/zij heeft)
Nosotros hemos (Wij hebben)
Vosotros habéis (Jullie hebben)
Ellos han (Zij hebben)

Slide 5 - Slide

Hoe maak je de Presente Perfecto?
Het voltooid deelwoord maken
Voor regelmatige werkwoorden maak je het voltooid deelwoord door:

  • Werkwoorden op -ar veranderen in -ado. Bijvoorbeeld: hablar → hablado (gepraat)

  • Werkwoorden op -er of -ir veranderen in -ido. Bijvoorbeeld: comer → comido (gegeten), vivir → vivido (geleefd)

Slide 6 - Slide

Hoe maak je de Presente Perfecto?
Voorbeeld:

Yo he hablado (Ik heb gepraat)
Tú has comido (Jij hebt gegeten)
Él ha vivido (Hij heeft geleefd)

Slide 7 - Slide

Hoe maak je de Presente Perfecto?
Gebruik het Presente Perfecto om te praten over dingen die je vandaag, deze week, of al in je leven hebt gedaan.

Hoy he hecho mis huiswerk (Vandaag heb ik mijn huiswerk gemaakt)
Este mes hemos ido al parque (Deze maand zijn we naar het park geweest)


Slide 8 - Slide

COMPRAR: Kopen
1. Onderwerp: 
Ella (zij)

2.  Hulpwerkwoord "haber" (betekent "hebben")

Ella ha (Ze heeft)

3. Voor regelmatige werkwoorden maak je het voltooid deelwoord (ado of ido)

Ella ha comprado agua
 

 

Slide 9 - Slide

Onregelmatige werkwoorden in het Presente Perfecto


Je hebt twee dingen nodig:

1.  ONDERWERP
2. Hulpwerkwoord "haber" (betekent "hebben")
Hulpwerkwoord "Haber" vervoegen
We beginnen met het vervoegen van "haber":


Yo he (Ik heb)
Tú has (Jij hebt)
Él/ella ha (Hij/zij heeft)
Nosotros hemos (Wij hebben)
Vosotros habéis (Jullie hebben)
Ellos han (Zij hebben)

Slide 10 - Slide

Hoe maak je de Presente Perfecto?
Sommige werkwoorden in het Spaans zijn onregelmatig in het Presente Perfecto. Dit betekent dat hun voltooid deelwoord niet eindigt op -ado of -ido zoals de regelmatige werkwoorden. Je moet ze uit je hoofd leren, maar met een beetje oefening gaat dat snel!

Hier zijn een paar van de meest voorkomende onregelmatige voltooid deelwoorden:
Decir (zeggen) → dicho
Hacer (doen/maken) → hecho
Escribir (schrijven) → escrito
Abrir (openen) → abierto
Ver (zien) → visto
Volver (terugkomen) → vuelto
Poner (zetten/leggen) → puesto
Romper (breken) → roto

Slide 11 - Slide

Hoe maak je de Presente Perfecto?
Net zoals bij de regelmatige werkwoorden, combineer je de vormen van "haber" met het onregelmatige voltooid deelwoord.

Voorbeelden:

Yo he hecho (Ik heb gedaan)
Tú has visto (Jij hebt gezien)
Nosotros hemos escrito (Wij hebben geschreven)
Ellos han vuelto (Zij zijn teruggekomen)

Slide 12 - Slide

ESCRIBIR: Schrijven
1. Onderwerp: 
Yo (ik)

2.  Hulpwerkwoord "haber" (betekent "hebben")

Yo he (Ik heb)

3. Voor onregelmatige werkwoorden, moet ze uit je hoofd leren, maar met een beetje oefening gaat dat snel!

Ella ha escrito un email.
 

 

Slide 13 - Slide

¿Qué has desayunado hoy?
Hoy yo he desayunado...

¿Y tú?


Slide 14 - Slide

¿Qué has hecho esta semana?
Hacer: .........?

Slide 15 - Slide

¿Qué has hecho esta semana?
Esta semana yo he.......

¿Y tú?


Slide 16 - Slide

Extra Opdracht: Presente Perfecto (Voltooid tegenwoordige tijd)
timer
12:00

Slide 17 - Slide

ONREGELMATIGE WERKWOORDEN  - Tegenwoordige tijd
Ejercicio 22 - Páginas 23-24

Slide 18 - Slide

EXTRA UITLEG
 Jueves, 26 de Septiembre om 14.00!

Slide 19 - Slide

¡Hasta la próxima clase!

Slide 20 - Slide

Los objetivos  het doel
Después de esta clase ....Na deze les.....
--Kan ik werkwoorden in de voltooid tegenwoordige tijd vervoegen.
Kan ik de werkwoorden ¨saber, poner, dar en salir¨ vervoegen in het TEGENWOORDIGE TIJD.

Slide 21 - Slide

Huiswerk nakijken
Presente perfecto

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Voltooid Tegenwoordije Tijd
(Nederlands)

ETEN
Ik heb gegeten

ZIJN (ZICH BEVINDEN)
Ik ben in New York geweest

Voltooid Tegenwoordije Tijd
(Nederlands)

COMER
Yo he comido

ESTAR
Yo he estado en Nueva York

Slide 24 - Slide

 Presente perfecto
Persona
Verbo auxiliar
Hulp werkwoord
Participio
Voltooid deelwoord
Participio
Voltooid deelwoord
Participio
Voltooid deelwoord

Haber(hebben)


Hablar(praten)

Comer(eten)

Vivir(leven/wonen)
Yo
he
hablado
comido
vivido
has
hablado
comido
vivido
Él - ella - usted
ha
hablado
comido
vivido
Nosotros -Nosotras
hemos
hablado
comido
vivido
Vosotros - Vosotras
habéis
hablado
comido
vivido
Ellos - ellas - ustedes 
han
hablado
comido
vivido

Slide 25 - Slide

Hoe maak je een zin in het Spaan in het Voltooid tegenwoordige tijd?

1. Kijk naar het werkwoord: Is het met AR, ER of IR?
2. Vervoeg het werkwoord
3. Gebruik een van de tijdsaanduidingen¨


VOORBEELD:




estar - zich bevinden

Ella ha estado en España.
Zij is in España geweest.

Slide 26 - Slide

Hoe maak je een zin in het Spaan in het Voltooid tegenwoordige tijd?

1. Kijk naar het werkwoord: Is het met AR, ER of IR?
2. Vervoeg het werkwoord
3. Gebruik een van de tijdsaanduidingen¨


VOORBEELD:




comer - eten

Yo he comido pizza
Ik heb pizza gegeten

Slide 27 - Slide

Hoe maak je een zin in het Spaan in het Voltooid tegenwoordige tijd?

1. Kijk naar het werkwoord: Is het met AR, ER of IR?
2. Vervoeg het werkwoord
3. Gebruik een van de tijdsaanduidingen¨


VOORBEELD:



ir - gaan

Nosotros hemos ido al supermercado
We zijn naar de winkel gegaan.

Slide 28 - Slide

Hoe maak je een zin in het Spaan in het Voltooid tegenwoordige tijd?

1. Kijk naar het werkwoord: Is het met AR, ER of IR?
2. Vervoeg het werkwoord
3. Gebruik een van de tijdsaanduidingen¨

LET OP: NIET VERGETEN
HE, HAS, HA, HEMOS, HABÉIS, HAN

NEDERLANDS:
Ik kaas gegeten

Ik heb kaas gegeten

OOK IN HET SPAANS!!!
Yo comido queso 

Yo he comido queso

 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Tijdsaanduidingen Voltooid Tegenwoordige tijd in het Spaans
.
.
.
.
Bijvoorbeeld (ETEN- COMER):
Ik heb vandaag pizza gegeten
Hoy yo he comido pizza / Hoy he comido pizza.

Slide 31 - Slide

Tijdsaanduidingen Voltooid Tegenwoordige tijd in het Spaans
.
.
.
.
Bijvoorbeeld 2 (LEREN: APRENDER):
Ik heb nooit Japans geleerd
Nunca yo he aprendido japonés / Nunca he aprendido japonés.

Slide 32 - Slide

Tijdsaanduidingen Voltooid Tegenwoordige tijd in het Spaans
.
.
.

ONREGELMATIGE WERKWOORDEN.
Bijvoorbeeld 3 (VER: zien):
Ik heb nooit de film "COCO" gezien
Nunca yo he visto la película "COCO" / Nunca he visto la película "COCO".

Slide 33 - Slide

Voltooid Tegenwoordige tijd

ONREGELMATIGE WERKWOORDEN
DEZE WERKWOORDEN MOET JE ONTHOUDEN!
Voorbeeld:
Abrir (openen)
Yo he abrido la puerta.

Yo he abierto la puerta.
Ik heb de deur geopend. 

Slide 34 - Slide

Frases clave - BRON E (Opdracht 16 wb)

Slide 35 - Slide

Maak een zin met het regelmatige werkwoord ¨estar¨ - zich bevinden

Slide 36 - Open question

Maak een zin met het regelmatige werkwoord ¨ir¨ - gaan

Slide 37 - Open question

Maak een zin met het onregelmatige werkwoord ¨ver¨ - zien

Slide 38 - Open question