les 11 H3 - H4

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat doen we vandaag?

  • H3 Spelling werkwoorden
  • Aan de slag!
  • 10 minuten lezen

Slide 2 - Slide

H3 Spelling ww blz. 100
  • Lesdoel:  aan het eind van deze paragraaf kun je verleden tijd van sterke werkwoorden correct spellen.

 

Slide 3 - Slide

Gisteren ..... (rijden) de trein volgens schema.

Slide 4 - Open question

Quinta ..... (komen) daardoor gelukkig op tijd voor de auditie.

Slide 5 - Open question

De journalist ... (houden) zich aan zijn afspraak.

Slide 6 - Open question

Hij ..... (brengen) een souvenir mee voor zijn oma uit Zuid-Afrika.

Slide 7 - Open question

In Afrika .... (zien) wij iets unieks.

Slide 8 - Open question

Een luipaard .... (verslinden) een leeuw.

Slide 9 - Open question

Tijdens zijn debuut in het eerste elftal .... (mogen) Yassine een penalty nemen.

Slide 10 - Open question

Zijn team ... (winnen) daardoor de wedstrijd.

Slide 11 - Open question

De voetballers ... (eten) na de wedstrijd patat.

Slide 12 - Open question

Daarna .... (vertrekken) ze pas naar de kleedkamer.

Slide 13 - Open question

De legendarische voetballer .... (geven) commentaar op de wedstrijd van het Nederlands elftal.

Slide 14 - Open question

Zijn woorden ... (klinken) logisch.

Slide 15 - Open question

De buurman van Tijl Uilenspiegel, die een echte vrek ... (zijn), had een varken geslacht.

Slide 16 - Open question

Deze gierigaard ... (willen) dat natuurlijk niet en .... (vragen) Tijl Uilenspiegel om raad.

Slide 17 - Open question

Tijl ... (adviseren) hem het varken 's nachts buiten op te hangen.

Slide 18 - Open question

Dat .... (lijken) Tijls buurman een goed idee.

Slide 19 - Open question

De man ... (zoeken) overal, maar ... (aantreffen) nergens ook maar een stukje van het beest .... .

Slide 20 - Open question

Bij het krieken van de dag ... (aankloppen) hij bij Tijl ... en ... (vertellen) hem wat er was voorgevallen,

Slide 21 - Open question

terwijl de tranen over zijn wangen .... (biggelen).

Slide 22 - Open question

Tijl .... (overladen) zijn buurman met complimenten over dit toneelspel.

Slide 23 - Open question

En hij ... (aanmoedigen) hem ... zijn verdriet op deze manier aan anderen over te brengen.

Slide 24 - Open question

Hoewel de vrek enorm zijn best ... (doen) om Tijl uit te leggen dat hij geen komedie ... (spelen)

Slide 25 - Open question

en dat het vlees werkelijk gestolen was, ... (blijven) Tijl glimlachen en ...(zeggen) voortdurend dat de buurman geweldig ... (acteren).

Slide 26 - Open question

Toen Tijl later de ware toedracht ... (rondvertellen), .... (vinden) alle dorpsbewoners dat de man zijn verdiende loon had gekregen.

Slide 27 - Open question