14.3 deel 1

14.3
Impulsgeleiding
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

14.3
Impulsgeleiding

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je weet hoe neuronen een impuls doorgeven
Je kunt membraanpotentiaal en gerelateerde begrippen uitleggen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Herhaling neuronen
3 soorten neuronen: sensorisch
schakel
motorisch

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Neuronen
Membranen van neuronen net als andere cellen: dubbele fosfolipidenlaag met eiwitten en cholesterol

Ionen aan binnen en buitenkant van membraan zorgen voor een elektrische lading: het membraanpotentiaal

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Membraanpotentiaal
Een zenuwcel in rust:
Aan binnenzijde minder + ionen dan aan buitenzijde

Daardoor is er potentiaalverschil --> een negatief rustpotentiaal (-70mV)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Ionenverplaatsing
Na+ en K+ ionen willen met de concentratie mee
De Na-K-pomp houdt het concentratieverschil in stand

Dit is actief transport en kost energie!

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Waar ontstaat het membraanpotentiaal in neuronen?
A
Passief transport van ionen met de concentratie mee
B
Door electroden die een lading veroorzaken
C
Door impulsen vanaf het centraal zenuwstelsel
D
Concentratieverschil van ionen binnen en buiten het membraan

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Andere poorten
Na-poort (paars): ionen kunnen naar binnen
K-poort (bruin): ionen kunnen naar buiten

Poorten gaan open door:
- chemische oorzaak
- membraanpotentiaalverandering
in de buurt


(dit zijn andere poorten dan
de na-k-pomp)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Verandering membraanpotentiaal
Door verplaatsing na+ ionen over het membraan gaan meerdere poorten in de buurt open

--> depolarisatie (de buitenzijde wordt negatief geladen)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Actiepotentiaal
3
4
5

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is de juiste volgorde van het actiepotentiaal?
A
Depolarisatie - Repolarisatie - Hyperpolarisatie
B
Repolarisatie - Depolarisatie - Hyperpolarisatie
C
Hyperpolarisatie - Repolarisatie - Depolarisatie
D
Depolarisatie - Hyperpolarisatie - Repolarisatie

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Drempelwaarde
Wat betekent het drempelpotentiaal eigenlijk?

Minimaal -50mV bereiken, anders dooft het uit -->
"alles of niets principe"

Slide 12 - Slide

Als de drempelwaarde is overschreden dan is er geen stop meer
Actiepotentiaal is altijd even sterk
Impulsgeleiding
Depolarisatie van 1 stukje membraan kan leiden tot spanningsverschil op volgend stukje membraan

Prikkeldrempel bereikt? --> Na-poorten open
En nog een keer en nog een keer ...

Een impuls 'reist' dus over een membraan

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat zou er gebeuren wanneer een depolarisatie opgewekt wordt op punt A?
A
Impuls gaat richting cellichaam
B
Impuls gaat richting synaps
C
Impuls gaat beide richtingen op
D
Er ontstaat geen impuls

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Impulsgeleiding
Impuls gaat van cellichaam richting synaps van axon
en NIET terug

Dat komt door de refractaire periode
Na-poorten zijn tijdelijk gesloten na repolarisatie (5-10 ms)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Meting op 2 punten
Een impuls geleidt langs het membraan van een neuron

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk
Par 14.3
Opdracht 1 t/m 5

Slide 17 - Slide

This item has no instructions