29-9-2022 les 4

Du hast 3 Minuten für:


Je hebt 3 min om: 

  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • boek/schrift/pen op tafel
  • ga op je vaste plek zitten 
timer
3:00
--> Als de 3 minuten voorbij zijn ben je stil en wacht je op de docent!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
DuitsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Du hast 3 Minuten für:


Je hebt 3 min om: 

  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • boek/schrift/pen op tafel
  • ga op je vaste plek zitten 
timer
3:00
--> Als de 3 minuten voorbij zijn ben je stil en wacht je op de docent!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
- huiswerk controleren
- korte herhaling laatste les / woordjes oefenen
- Uitspraak oefeningen

Slide 2 - Slide

Huiswerk controleren!

Slide 3 - Slide

Maak het rijtje voor het werkwoord "kaufen" met de juiste uitgang:

timer
2:00

Slide 4 - Open question

Er ........ viele Wörter.
lernen
A
lernst
B
lernen
C
lern
D
lernt

Slide 5 - Quiz

Du ...... gut Fußball.

spielen
A
spiel
B
spielt
C
spielst
D
spielen

Slide 6 - Quiz

Ich ...... gerne Salat.

essen
A
esse
B
essen
C
ess

Slide 7 - Quiz

der Fluss

Slide 8 - Open question

tanzen

Slide 9 - Open question

es gibt

Slide 10 - Open question


das Mädchen

Slide 11 - Open question

das Bundesland

Slide 12 - Open question

schön

Slide 13 - Open question

luister en lees mee:
1 Loch – Löcher
2 Koch – Köche
3 Dach – Dächer
4 alt – älter
5 Bruder – Brüder
6 Gruß – Grüße
7 du – Tür
8 dreißig – fleißig
9 Strauß – außen
10 Gießen – Meißen
werkboek pagina 19 opdracht 5 

Slide 14 - Slide

werkboek pagina 19 opdracht 6
luister en lees mee:
1 Hörst du das Mädchen?
2 Wohnst du in der Türkei?
3 Ich komme später. Tschüs!
4 Französisch ist eine schöne Sprache.
5 Die Tür ist zu.
6 Im Büro steht ein großer Stuhl.
7 Super! Ich bin schon zwölf Jahre alt.
8 Fünfzehn Schüler aus Zürich sind Langschläfer.

Slide 15 - Slide

het werkwoord heißen
Stam op S- klank

Slide 16 - Slide

De stam van heißen:
heiß-

Slide 17 - Slide

Als de stam eindigt op een s-klank (-s / - ß  / -z)
dan gebruik je volgende uitgangen:

heißen
ich heiße
du heißt
er heißt
sie heißt
es heißt



reisen
ich reise
du reist
er reist
sie reist
es reist

Slide 18 - Slide

Stap 1:

zoek de stam van het hele werkwoord


Stap 1 -->  zoek de stam van het werkwoord

Slide 19 - Slide

grüßen
A
basisregel
B
stam op s-klank

Slide 20 - Quiz

Spielen
A
basisregel
B
stam op s-klank

Slide 21 - Quiz

zelfstandig aan de slag:
- werkboek pagina 21/22 opdracht 8
- werkboek pagina 22 opdracht 9 / 10 
Huiswerk
- vanaf pagina 23 opdracht 1 / 2 / 3 / 4 
- Wortschatz leren van Lektion 3 (pagina 49)





Slide 22 - Slide

planagenda 13 oktober
SO Duits:
- woordjes Lektion 1/ 2 /3 
- het persoonlijk voornaamwoord (Grammatik A)
- werkwoord uitgangen (Grammatik B + C) 

Slide 23 - Slide

Heb jij de lesdoelen behaald?
Ik kan de basisregel en stam op s regel toepassen
JA zeker! Ik heb lesdoel behaald!
Ik moet nog oefenen!
Ik snap er niks van!

Slide 24 - Poll

Tschüss :)

Slide 25 - Slide