verleden tijd 3

woorden waaraan je kunt zien of de zin in de verleden tijd staat:

Kijk goed naar het werkwoord werkwoord

1 / 10

Slide 1: Slide

LogopedieBasisschoolGroep 6

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 15 min

Items in this lesson

woorden waaraan je kunt zien of de zin in de verleden tijd staat:

Kijk goed naar het werkwoord werkwoord

Slide 1 - Slide

schrijf in de verleden tijd:
fietsen
gisteren .... hij naar school

Slide 2 - Open question

schrijf in de verleden tijd:
werken
gisteren ... ik heel hard

Slide 3 - Open question

schrijf in de verleden tijd:
tillen
vorige week ..... wij zware dozen.

Slide 4 - Open question

schrijf in de verleden tijd:
graven
vorige week .... zij een gat

Slide 5 - Open question

schrijf in de verleden tijd:
maken
vanochtend ... wij een toets

Slide 6 - Open question

schrijf in de verleden tijd:
zitten
vorig jaar ..... ik in groep 5

Slide 7 - Open question

schrijf in de verleden tijd:
spelen
eergister ..... zij in de speeltuin

Slide 8 - Open question

Kwartet

Slide 9 - Slide

les 2: tt, vt en voltooideelwoord

Slide 10 - Slide

verleden tijd 3

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

More lessons like this

Spelling kofschip

Werkwoorden in de tegenwoordige tijd

TT VT (2)

hulpwerkwoorden Verleden Tijd, "zijn" en "hebben"

Oefenquiz spelling, ma 6 april

Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen

Tijden in het Chinees: Verleden, Heden en Toekomst

Werkwoordspelling