This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
opdracht didactisch coachen
Aristotelisch Model
Slide 1 - Slide
Aristotelisch model in theater
Een scene zonder spanningsboog verliest zijn kijkers, het wordt snel saai en men haakt af. Dus is het handig om deze spanningsboog toe te passen.
Veel schrijvers en theatermakers maken gebruik van het Aristotelisch model van Aristoteles (384 v.C-322 v.C)
Slide 2 - Slide
Aristoteles (384 v.C-322 v.C)
Een Griekse filosoof en wetenschapper die met Socrates en Plato wordt beschouwd als een van de invloedrijkste klassieke filosofen in de westerse traditie.
Vermoedelijk is slechts ongeveer een vijfde van het totale werk bewaard gebleven en bekend.
Slide 3 - Slide
Homo universalis
Hij was bekwaam in filosofie, psychologie, politieke en sociale wetenschappen, wiskunde en natuurwetenschappen, taal- en letterkunde, theater etc..
Slide 4 - Slide
Aristotelisch Model
Een door Aristoteles in zijn (→) ‘Poëtica’ beschreven model voor de (→) dramaturgische opbouw van een toneelspel.
In eerste instantie geschreven voor de poëzie en de tragedie.
Slide 5 - Slide
Toepassen van het Model op Assepoester van Walt Disney
Sleepvraag
Slide 6 - Slide
Aristotelisch model
1. Expositie: kennismaking met de eerste nodige gegevens om het spel te kunnen volgen
2. Motorisch moment: een feit waardoor het spel op gang komt, gevolgd door:
3. Ontwikkeling: ontwikkeling, die leidt tot een climax, die in een crisis het hoogtepunt van dit drama bereikt:
4. Climax: de crisis bereikt een hoogtepunt: daarna volgt een omslag: of de held gaat ten onder of komt juist boven/wint.
5. Afloop: de (→) catastrofe, de ondergang van de hoofdpersoon; of bij de (→) komedie: de ontknoping
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Drag question
Slide 9 - Video
Wat is het motorisch moment in deze scène?
Slide 10 - Open question
Ik hoop dat jullie er wat van opgestoken hebben. :-)