1. "Zelfs al zouden we willen, we kunnen het niet." (r 16-18). Deze bewering is in tegenspraak met twee andere beweringen uit de tekst. Citeer deze twee twee beweringen. Baseer je antwoord op twee verschillende alinea's uit alinea 5 tot en met 11.
2. In alinea 12 heeft de auteur het over het "minimaliseren van overbodige digitale prikkels". In alinea 13 en 14 plaatst de auteur kanttekeningen bij de haalbaarheid daarvan. Welke twee kanttekeningen zijn dat? Geef antwoord in één of meer volledige zinnen.
3. In alinea 16 vergelijkt de auteur de digitale revolutie met de industriële revolutie. Welke twee overeenkomsten tussen beide revoluties komen uit de vergelijking naar voren?
4. Noem op basis van de tekst drie overeenkomsten tussen analoge en digitale reaguurders.