Grammar: Mogen

English 9AB1 / 9FB1
Grammar: Mogen
may - allowed to

1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

English 9AB1 / 9FB1
Grammar: Mogen
may - allowed to

Slide 1 - Slide

Grammar 16: Mogen
May
(will/have) Be allowed to
can / could

Slide 2 - Slide

Tegenwoordig & verleden tijd
In de tegenwoordige tijd gebruik je may:
  • May I come in?
  • You may copy this software.

In de verleden tijd gebruik je was/were allowed to:
  • She was allowed to stay longer.
  • We were allowed to smoke.

Slide 3 - Slide

Toekomende & voltooide tijd
In de toekomende tijd gebruik je will be allowed to:
  • The asylum seekers will not be allowed to stay.

In de voltooide tijd gebruik je have/has been allowed to:
  • They have been allowed to visit the prisoners.

Slide 4 - Slide

Toestemming vragen
Bij het vragen van toestemming kan je may, can en could gebruiken:
  • May I use your phone?
  • Could I use your phone?
  • Can I use your phone?

Slide 5 - Slide

Exercises, part 1
choose the correct translation
2 NL>EN
2 EN>NL

Slide 6 - Slide

Ze mochten niet roken.
A
They could not smoke.
B
They were not allowed to smoke.
C
They were not able to smoke.

Slide 7 - Quiz

Ze zullen niet mogen blijven.
A
They will not be able to stay.
B
They have not been allowed to stay.
C
They will not be allowed to stay.
D
They were not allowed to stay.

Slide 8 - Quiz

It may be true.
A
Het moet waar zijn.
B
Het kan waar zijn.
C
Het zal waar zijn.

Slide 9 - Quiz

They have not been able to come.
A
Ze hebben niet kunnen komen.
B
Ze mochten niet komen.
C
Ze hebben niet mogen komen.
D
Ze zullen niet kunnen komen.

Slide 10 - Quiz