3K K13 Grammatik

Grammatik: 



dürfen-können-mögen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatik: 



dürfen-können-mögen

Slide 1 - Slide

Was machen wir heute?
Verben 
'dürfen' 
'können'
'mögen'

Slide 2 - Slide

Die Lernziele dieser Stunde
  1. Ich kenne die Bedeutung von "dürfen" - "können" - "mögen";
  2. Ich kann die Verben (werkwoorden) in einem Satz richtig verfügen. 
Tekst

Slide 3 - Slide

Modalverben
Wat betekenen dürfen, können, mögen?

Slide 4 - Slide

dürfen/können/mögen

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Video

Grammatik uitleg PPT

Slide 7 - Slide

Aufgaben machen
Machen:
Arbeitsblatt Grammatik

Slide 8 - Slide

Quiz
Beantwoord de volgende quizvragen over de werkwoorden mögen/dürfen/können. 

De winnaar krijgt iets lekkers

Slide 9 - Slide

Het werkwoord "mögen" betekent:
A
kunnen
B
houden van, lusten, aardig vinden
C
mogen (toestemming)

Slide 10 - Quiz

Het werkwoord "dürfen" betekent:
A
mogen (toestemming)
B
aardig vinden/lusten

Slide 11 - Quiz

Vul de juiste vorm in: "In der Schule ... wir nicht rauchen!"
A
mögen
B
dürfen

Slide 12 - Quiz

Vul de juiste vorm in: "Ich .... leider morgen nicht bei dir kommen."
A
kann
B
mag

Slide 13 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
"Ich .... noch kein Auto fahren."
A
darf
B
mag

Slide 14 - Quiz

dürfen
können
mogen (toestemming)
kunnen
houden van, lusten, lekker vinden
mögen

Slide 15 - Drag question

Vul de juiste vorm in: "Ich _____ die Aufgabe nicht machen." (können)
A
kannst
B
kann
C
können
D
kanne

Slide 16 - Quiz

Vul de juiste vorm in: "_____ du schon ausgehen?"
A
Darfst
B
Dürft
C
Dürfen

Slide 17 - Quiz

Vul de juiste vorm in: "Meine Mutter_____ Pommes."
A
mag
B
magst
C
mögt

Slide 18 - Quiz

Vul de juiste vorm in: "Wir_____ alle sehr gut Deutsch!"
A
können
B
könnt
C
kannst

Slide 19 - Quiz

Vul de juiste vorm in: "Ihr ______ noch keine Alkohol trinken, oder?"
A
dürfen
B
darf
C
dürft

Slide 20 - Quiz

houden van/mogen/kunnen

Slide 21 - Mind map