bloed Basisstof 1 en 2

 
  Je bloedsomloop
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

 
  Je bloedsomloop
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Slide

Je bloedsomloop

Het bloed vervoert voedingsstoffen en zuurstof naar de cellen. Na de verbranding in de cellen vervoert het bloed koolstofdioxide en afvalstoffen van de cellen weg. 

 
De weg die het bloed in het lichaam aflegt noem je de bloedsomloop.

Slide 2 - Slide

Door het hele lichaam lopen grote en kleine bloedvaten. 
De kleinse haarvaten zijn hier nog nieteens zichtbaar.

Slide 3 - Slide

De mens heeft een dubbele bloedsomloop.
Per omloop stroomt het bloed 2 x door het hart.

Slide 4 - Slide

Kleine bloedsomloop
Je ziet in de afbeelding de dubbele bloedsomloop. 

Kleine bloedsomloop:
1. Vanuit de rechterhelft van je hart wordt het
    zuurstofarme (koolstofdioxide-rijke) bloed 
    naar je longen gepomt.
2. Zuurstof wordt uit beide longen 
    opgenomen in het bloed.
3. Het zuurstofrijke bloed stroomt terug naar 
    het hart, naar de linkerhelft van je hart.

Slide 5 - Slide

Grote bloedsomloop
Je ziet in de afbeelding de dubbele bloedsomloop. 

Grote bloedsomloop:
1. Vanuit de linkerhelft van je hart wordt zuurstofrijk bloed 
    naar al je cellen van je lichaam gepomt. 

2. Die cellen gebruiken de zuurstof voor verbranding en 
    hierbij komen koolstofdioxide en afvalstoffen vrij. 
    Deze worden afgegeven aan het bloed.

3. Vanaf al die cellen, alle organen, stroomt het zuurstof-
    arme (koolstofdioxide-rijke) bloed terug naar het hart, 
    naar rechterkant van het hart.
    

Slide 6 - Slide


Hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 7 - Quiz


nr. 1
1
2
3
4
5
6
A
zuurstof arm kleine bloedsomloop
B
zuurstof rijk kleine bloedsomloop
C
zuurstof arm grote bloedsomloop
D
zuurstof rijk grote bloedsomloop

Slide 8 - Quiz


nr. 2
1
2
3
4
5
6
A
zuurstof arm kleine bloedsomloop
B
zuurstof rijk kleine bloedsomloop
C
zuurstof arm grote bloedsomloop
D
zuurstof rijk grote bloedsomloop

Slide 9 - Quiz


nr. 3
1
2
3
4
5
6
A
zuurstof arm naar de longen
B
zuurstof rijk naar de longen
C
zuurstof arm naar organen
D
zuurstof rijk naar organen

Slide 10 - Quiz


nr. 5
1
2
3
4
5
6
A
grote bloedsomloop
B
kleine bloedsomloop
C
van de linkerkant van het hart, naar de longen, naar rechterkant van het hart
D
de dubbele bloedsomloop

Slide 11 - Quiz


nr. 4

(het streepje onderaan)
1
2
3
4
5
6
A
zuurstofrijk
B
kleine bloedsomloop
C
gaswisseling in de haarvaten
D
de dubbele bloedsomloop

Slide 12 - Quiz

rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Witte bloedcellen

- Dode ziekteverwekers

- Hebben geen vaste vorm

- Hebben wel een celkern

Slide 15 - Slide

Rode bloedcellen
  • Cellen zonder celkern
  • Hemoglobine maakt ze rood
  • Rode bloedcellen vervoeren hierdoor zuurstof

Slide 16 - Slide

Bloedplaatjes

  • Zorgen dat wondjes dichtgaan
  • Dit heet bloedstolling

Slide 17 - Slide

Welke bloedcellen hebben geen celkern?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
rode bloedcellen en bloedplaatjes
D
witte bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 18 - Quiz

Waaruit bestaat bloed?
A
Bloedplasma, rode bloedcellen, bloedplaatjes, water
B
Bloedplasma, rode bloedcellen, pindakaas
C
witte bloedcellen, rode bloedcellen,
D
Bloedplasma, rode bloedcellen, witte bloedcellen, bloedplaatjes

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

3 soorten bloedvaten
  • slagaders
  • aders
  • haarvaten

Slide 21 - Slide

Bloedvaten
Slagaders: aanvoerende vaten. (spieren in de wand)
Aders: afvoerende vaten. (kleppen, druk slagaders en skeletspieren).
Haarvaten: uitwisseling weefsel en bloed

Slide 22 - Slide

Bevatten slagaders zuurstofrijk bloed?
A
ja
B
nee
C
soms
D
meestal

Slide 23 - Quiz

Alleen in slagaders zitten kleppen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Welke bloedvaten hebben de dikste wand?
A
slagaders
B
aders
C
haarvaten

Slide 25 - Quiz

Veel slagaders hebben bloed met veel
A
zuurstof
B
koolstofdioxide

Slide 26 - Quiz

Slagaders en aders
Slagaders => brengen bloed naar een orgaan toe

Aders => brengen bloed uit een orgaan terug naar het hart

Slide 27 - Slide