This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Boekopdracht
Deadline aanstaande vrijdag
Even over de gastles van Ella Marjon.......
Slide 1 - Slide
Zou je het interessant vinden als Ella Marjon over +- 2 maanden nog langskomt om te vertellen over haar boeken/ het schrijven en om jullie vragen te beantwoorden?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Schrijven terugblik
Vorige les: geoefend met argumentatie opbouwen
Deze les: Hoe schrijf je aantrekkelijk (en dus overtuigender)
Wat wordt ook alweer bedoeld met gevarieerd schrijven? Waar kan je in variëren?
Slide 4 - Slide
Gevarieerd schrijven
Slide 5 - Mind map
Gevarieerd schrijven
Zinslengte afwisselen
Zinsdeelvolgorde afwisselen (ondw, pv, ....) De politie is afgelopen jaar meer dan 10.000 keer geconfronteerd met agressie en geweld. (Eerste deel krijgt de nadruk.)
Woordkeuze afwisselen - synoniem (opa - grootvader); - verwijswoord (opa - hij); - omschrijving (opa - de oude man).
Slide 6 - Slide
Overtuigend schrijven (blz. 201)
In een betogende tekst moet het taalgebruik aansluiten bij het doel: de lezer overtuigen.
Formuleer gevarieerd. (zie schrijven h2)
Formuleer helder, gebruik signaalwoorden in je argumentatie.
Formuleer beeldend. (Gebruik voorbeelden)
Formuleer zelfverzekerd (niet: isschien, wellicht, eventueel, zou kunnen)
Formuleer persoonlijk (gebruik zoveel mogelijk actieve zinnen).
Slide 7 - Slide
Actieve zinnen: bedrijvende en lijdende zinnen
Gebruik voor een levendige tekst actieve zinnen: het onderwerp voert de actie uit.
Slide 8 - Slide
Actieve zinnen: bedrijvende en lijdende zinnen
Voorbeeldzin:
Tim wordt na de wedstrijd opgehaald door zijn moeder.
Bedrijvend of lijdend?
Slide 9 - Slide
Actieve zinnen: bedrijvende en lijdende zinnen
Voorbeeldzin:
Tim wordt na de wedstrijd opgehaald door zijn moeder.
Hoe maak je de zin actief/bedrijvend? (tip: gebruik geen 'worden')
Slide 10 - Slide
Actieve zinnen: bedrijvende en lijdende zinnen
Een actieve zin is minder afstandelijk en formeel.
Slide 11 - Slide
Overtuigend schrijven (blz. 201)
In een betogende tekst moet het taalgebruik aansluiten bij het doel: de lezer overtuigen.
Formuleer gevarieerd. (zie schrijven h2)
Formuleer helder, gebruik signaalwoorden in je argumentatie.
Formuleer beeldend. (Gebruik voorbeelden)
Formuleer zelfverzekerd (niet: isschien, wellicht, eventueel, zou kunnen)
Formuleer persoonlijk (gebruik zoveel mogelijk actieve zinnen).
Slide 12 - Slide
Oefenen Schrijven 3.4
Havo
Maak online opdracht 6, 7, 9 en 10
Vwo
Maak online opdracht 6, 9, 11 en 13
(Huiswerk voor donderdag)
Straks nog het woord van de week :)
Slide 13 - Slide
Woord van de week
Havo
Begeren: zeer sterk verlangen iets te willen bezitten
Vwo
Evident: overduidelijk, vanzelfsprekend
Slide 14 - Slide
Woord van de week
Havo
Begeren: zeer sterk verlangen iets te willen bezitten
Vwo
Evident: overduidelijk, vanzelfsprekend
Slide 15 - Slide
Bedenk een zin met het woord begeren (of evident) waaruit de betekenis van het woord blijkt.