week 8

• Engels
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Welcome!!!!

week 8

How are you?

The plan

- Review (10min)

- Past Simple (10min)

- Working for yourself  (15min)

- Homework (10min)

Review 

- What did we do last time?
-black pudding

-paste

-baked beans

-a dash

-Tell me all about your favourite Dutch Dish

Todays's goal

Je gaat schrijven over het verleden.

Past Simple

De past simple is de simpele verleden tijd. Deze vorm gebruik je als iets in het verleden is gebeurd en nu ook is afgelopen. Vaak staat er een tijdsaanduiding in de zin.

I walked to school yesterday.

She bought a new phone last week. 

Hoe maak je de Past Simple?

De past simple kun je op 2 manieren maken. Dit heeft te maken met het soort werkwoord.

I talk        -   I talked

I make    -   I made

Past Simple regelmatige werkwoorden

Bij regelmatige werkwoorden maak je de past simple door +ed achter het werkwoord te zetten.

call       -  called

talk       -  talked

play      -  played

Let op!!!

Werkwoorden die eindigen op een -e die krijgen alleen +d

Live = lived

Werkwoorden die eindigen op -y krijgen +ied

Cry = cried 

Werkwoorden die eindigen op een klinker en een -l daarbij verdubbel je de l

Cancel = cancelled
Drop=Dropped

*onregelmatige ww hebben eigen vorm (= leren)

Answered

Arrested

Brushed

Carried

Climed

Closed

Combed

Cooked

Counted

Cried

Danced

Dropped

Finished

Helped

Frightened

Present simple

Past simple

Tegenwoordige tijd 

Verleden tijd

Walks 

Cried

Shit- rule

Eindigt op -ed

Verleden=
Past simple

 Wanneer gebruik je de past simple ?

 Als iets in het verleden is en afgelopen is.

Hoe maak je de past  simple ?

Werkwoord + ed

Working for yourself

Week 8
- Once upon a time

Homework 

Go to the Learning Portal

En: Trede 6: Story time
-Once upon a time

- Maak een verslag in het Engels over: boek, verhaal, serie, film, wedstrijd, vlog etc.  Upload on Teams!

 

Writing notes

- Wat is de titel?

- Vat het verhaal samen in 6 – 8 zinnen.
 - Wat voor personages zitten er in het verhaal?

- Wanneer speelt het verhaal zich af? (verleden, heden, toekomst, etc.)

- Hoeveel tijd verstrijkt er in het verhaal? (een uur, een dag, een week, etc.)

- Waar speelt het verhaal zich af? In welk land? En op welke plek? (in het bos, in de stad, in een dorpje, op een berg, op een eiland, etc.)
- Wat vind je leuk aan het verhaal en waarom?

 

What did we learn today?

Hoe je de 'past simple' gebruikt

Reflectie 

Hoe ging de les?

Wat vond je van deze les?

😒🙁😐🙂😃

Homework / Recap

Next class: 

 Tell me all about your writing  notes 

Homework

En: Trede 6: Story time

-Once upon a time

-Maak een verslag van: serie, film, wedstrijd of vlog