Feiten meningen argumenten

Feiten, meningen, argumenten
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Feiten, meningen, argumenten

Slide 1 - Slide

corona thuis les

Slide 2 - Mind map

Leerdoelen deze les:


  • Je weet wat een feit is;
  • Je weet wat een mening is;
  • Je weet wat een argument is; 

Slide 3 - Slide


Staat hier een feit, mening of argument?
Nederlands is het leukste vak op school. 
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 4 - Quiz


Staat hier een feit, mening of argument?
Nederlands is een leuk vak
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 5 - Quiz


Staat hier een feit, mening of argument?
Morgen moet ik naar de tandarts. 
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 6 - Quiz


Staat hier een feit, mening of argument?
De avondklok begint om 21.00 uur
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 7 - Quiz


Staat hier een feit, mening of argument?
Gelukkig kan ik weer naar school

A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 8 - Quiz


Staat hier een feit, mening of argument?
Omdat ik mij dan beter concentreer dan thuis

A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 9 - Quiz


Staat hier een feit, mening of argument?
Lessen op school vind ik leuker dan thuis

A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 10 - Quiz


Staat hier een feit, mening of argument?
Sporten is het leukste wat er is

A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 11 - Quiz


Staat hier een feit, mening of argument?
De les Nederlands is weer op school

A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 12 - Quiz


Staat hier een feit, mening of argument?
Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 13 - Quiz

Feit of mening?
Sleep de woorden naar de juiste plaats.
Mening
Feit
Sporten is gezond.
Lionel Messi is de fanatiekste voetballer van de wereld.
Het aantal calorieën in een Snickers is 487,8.
Ik vind Drama erg gaaf
Terra heeft alleen maar topleerlingen.
Van regen word je vaak kletsnat. 

Slide 14 - Drag question

Een feit:

  • Uitspraak over iets wat waar of onwaar is.
  • Het is controleerbaar. Je kunt altijd controleren of een feitenuitspraak waar of niet waar is.  




Feit 

Slide 15 - Slide

Een mening:

  • Wat iemand ergens van vindt.
  • Het is niet controleerbaar. Je kunt het eens of oneens zijn. 
Mening

Slide 16 - Slide

Een argument:

  • Reden: waarom je iets vindt.
  • Als je een mening hebt over iets, dan moet je altijd één of meerdere argumenten noemen om overtuigend te zijn:
Ik vind de lockdown te streng, want ...
Ik vind dat kort haar mij niet staat, omdat ... 




Argument

Slide 17 - Slide

Wat is een feit over
de afgelopen
2 maand

Slide 18 - Mind map

Wat is een mening
over de afgelopen
2 maand

Slide 19 - Mind map

Geef een argument
bij je mening

Slide 20 - Mind map