Naamvallen: Der- und Ein-Gruppe

Weißt du es noch?
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Weißt du es noch?

Slide 1 - Slide

Daar komt nog bij...
Je gebruikt de 4e naamval bij tijdsbepaling zonder voorzetsel 

Ich muss  jeden Tag   zur      Schule
Ik    moet   elke    dag  naar    school

Zinsdeel dat wordt gevonden door te vragen: 'hoe lang?' of 'wanneer?'

Slide 2 - Slide

Ontleden 
1e naamval: wie/wat + gezegde 
4e naamval: wie/wat + gezegde + onderwerp

Slide 3 - Slide

De Der-Gruppe bestaat alleen uit der, die, das
A
waar
B
onwaar

Slide 4 - Quiz

Der Der-Gruppe bestaat uit bepalende lidwoorden
A
waar
B
onwaar

Slide 5 - Quiz

De Ein-Gruppe bestaat uit onbepalende lidwoorden en bezittelijke voornaamwoorden
A
waar
B
onwaar

Slide 6 - Quiz

Bij de meeste vakjes is er geen verschil tussen de uitgang in de der-Gruppe of de ein-Gruppe.
Alleen 1e nv mannelijk en 1e/4e nv onzijdig is in de der-Gruppe anders dan de ein-Gruppe!
der-Gruppe:
dies...          manch... 
welch...      jed...  
solch...        all... 

der-Gruppe: bepalende lidwoorden
M
V
O
MV
1e
der / ein

die / eine

das / ein
die / keine
4e
den / einen

die / eine

das / ein

die / keine
uitleg

Slide 7 - Slide

dies-
jed-
manch-
solch-
welch-
all-
zulke
iedere/elke
deze/dit
sommige/enkele
alle
welke

Slide 8 - Drag question

Bij de meeste vakjes is er geen verschil tussen de uitgang in de der-Gruppe of de ein-Gruppe.
Alleen 1e nv mannelijk en 1e/4e nv onzijdig is in de der-Gruppe anders dan de ein-Gruppe!
der-Gruppe:
dies... - deze          manch... - sommige
welch... - welke     jed... - elke
solch... - zulke       all... - alle

der-Gruppe: bepalende lidwoorden
M
V
O
MV
1e
der / ein

die / eine

das / ein
die / keine
4e
den / einen

die / eine

das / ein

die / keine
uitleg

Slide 9 - Slide

Vertaal: dat is voor alle kinderen belangrijk.

Slide 10 - Open question

Vertaal: sommige mensen hebben niets gekocht.

Slide 11 - Open question

Vertaal: ieder mens heeft rechten

Slide 12 - Open question

Bij de meeste vakjes is er geen verschil tussen de uitgang in de der-Gruppe of de ein-Gruppe.
Alleen 1e nv mannelijk en 1e/4e nv onzijdig is in de der-Gruppe anders dan de ein-Gruppe!
Ein-Gruppe
kein-                         ihr-
mein-                       unser-
dein-                         euer-
sein-                          Ihr
                                    ihr- 


Ein-Gruppe: onbepalende lidwoorden
M
V
O
MV
1e
der / ein

die / eine

das / ein
die / keine
4e
den / einen

die / eine

das / ein

die / keine
uitleg

Slide 13 - Slide

Hier zie je 4 woorden uit de ein-Gruppe. Sleep de juiste vertaling naar het woord.
ein-
euer-
ihr-
Ihr-
een
jullie
haar
uw
hun

Slide 14 - Drag question

der-Gruppe
ein-Gruppe
der
kein
dies-
die
unser
welch-
solch-
mein-
manch-
sein-
unser
die

Slide 15 - Drag question

Sleep naar de der of ein- groep
keiner
Der-Gruppe 1e naamval
Ein-Gruppe 1e naamval
Ein-Gruppe 4e naamval
Der-Gruppe 4e naamval
keinen
den
eine
das
keine
die
der
ein

Slide 16 - Drag question

Vertaal: ik heb haar sleutels verloren.

Slide 17 - Open question

Vertaal: mijn vader heeft tegen jullie hond gepraat.

Slide 18 - Open question

Vertaal: jullie moeder speelt elke zaterdag tennis?

Slide 19 - Open question