Beeldspraak & stijlfiguren

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Beeldspraak & stijlfiguren

Programma: 

- 10 min. lezen

- Herhaling alle theorie

- Zelfstandig werken 

Welke vormen van
beeldspraak ken je?

Welke stijlfiguren
ken je?

Wat is het verschil tussen een gewone vergelijking en een asyndetische vergelijking?

De maan glimlachte vriendelijk naar de slapende stad

1. Vergelijking
2. Asyndetische vergelijking
3. Personificatie
4. Metafoor

Haar ogen waren twee sterren in de donkere nacht.

1. Vergelijking
2. Asyndetische vergelijking
3. Personificatie
4. Metafoor

De tijd vliegt!

1. Vergelijking
2. Asyndetische vergelijking
3. Personificatie
4. Metafoor

Zijn handen waren zo ruw als schuurpapier.

1. Vergelijking
2. Asyndetische vergelijking
3. Personificatie
4. Metafoor

Hij maakt van een mug een olifant.

1. Vergelijking
2. Asyndetische vergelijking
3. Personificatie
4. Metafoor

Wat is het verschil tussen een hyperbool en een understatement?

Wat is het verschil tussen een opsomming in drieën en een drieslag?

Wat is het verschil tussen een climax en anticlimax?

Ze was eerst een beetje nerveus, toen licht angstig en vervolgens doodsbenauwd.

1. Hyperbool
2. Understatement
3. Climax
4. Anticlimax

Ik heb al duizend keer gezegd dat je je kamer moet opruimen!

1. Hyperbool
2. Understatement
3. Climax
4. Anticlimax

Tijdens de drukste dag van het jaar waren er wel een paar mensen in de Intratuin.

1. Hyperbool
2. Understatement
3. Climax
4. Anticlimax

Ik houd van pizza, friet en pannenkoeken.

1. Drieslag
2. Enumeratio
3. Opsomming in drieën
4. Repetitio

Het kostte me bloed, zweet en tranen!

1. Drieslag
2. Enumeratio
3. Opsomming in drieën
4. Repetitio

Ze stond daar sprakeloos, sprakeloos van verbazing.

1. Drieslag
2. Enumeratio
3. Opsomming in drieën
4. Repetitio

Ik heb nog huiswerk voor Frans, Engels, wiskunde, geschiedenis en Duits.

1. Drieslag
2. Enumeratio
3. Opsomming in drieën
4. Repetitio

Bedenk een zin met daarin een antithese.

Aan de slag!

- Samenvatting alle begrippen maken (blz. 81)

- Zinnen voor elkaar bedenken

- Flashcards maken