Herhaling H2.1 t/m 2.3

Herhaling H2.1 t/m 2.3
1 / 21
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaling H2.1 t/m 2.3

Slide 1 - Slide

Hoe was je vakantie?
A
Top
B
Mwah
C
Blij dat ik weer naar school kan
D
Wanneer begint de Kerstvakantie?

Slide 2 - Quiz

Korte herhaling



via lessonup
laatste stukje uitleg via PP

Slide 3 - Slide

Bekijk de afbeelding. Meso, micro of macro:
A
Micro
B
Macro
C
Meso

Slide 4 - Quiz

Wat is de goede volgorde, van klein naar groot?
A
Micro - Macro - Meso
B
Meso - Micro - Macro
C
Meso - Macro - Micro
D
Micro - Meso - Macro

Slide 5 - Quiz

Wat geven deze
modellen weer?
A
Links is een mengsel, rechts een zuivere stof
B
Rechts is een mengsel, links een zuivere stof
C
Het zijn allebei mengsels
D
Het zijn allebei zuivere stoffen

Slide 6 - Quiz

Wat is het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel?
A
Een zuivere stof bestaat uit 2 of meer stoffen en een mengsel uit 1 stof
B
Een zuivere stof bestaat uit 1 stof en een mengsel uit 2 of meer stoffen

Slide 7 - Quiz

Wat is de naam van dit symbool?
A
Water
B
Waterstof
C
Helium
D
Kwik

Slide 8 - Quiz

Wat is de formule van waterdamp?
A
H2O(l)
B
H2(l)
C
H2O(g)
D
H2(g)

Slide 9 - Quiz

Hoe noteer je de vloeistoffase van een stof?
A
(g)
B
(l)
C
(aq)
D
(s)

Slide 10 - Quiz

Wat is de formule van Stikstofdioxide
A
NO2
B
N2O
C
NO
D
NO2

Slide 11 - Quiz

Wat is de naam van dit symbool?
A
Osmium
B
Organesson
C
zuurstof
D
zwavel

Slide 12 - Quiz

Wat is de formule van Zwaveldichloride?
A
SCl
B
S2Cl
C
SCl2
D
S2Cl

Slide 13 - Quiz

Wat is de formule van Fosforpentabromide?
A
F5Br
B
PBr5
C
FBr5
D
P5Br

Slide 14 - Quiz

Zwavelzuur = ...?
A
HCl
B
H₂SO₄
C
H₂OS
D
HNO₃

Slide 15 - Quiz

Atomaire massa

Laptop dicht.
Aan de slag met de atomaire massa (PP)

Slide 16 - Slide

Een indeling van stoffen
Moleculaire stoffen zijn opgebouwd
uit niet-metaal atomen.
Metalen zijn opgebouwd uit metaal atomen.
Zouten zijn opgebouwd uit een metaal en niet-metaal atoom.

Slide 17 - Slide

Massa van atomen
De meeste elementen komen van nature voor in meerdere vormen of isotopen. ​

Het enige verschil tussen twee isotopen van hetzelfde element is het aantal neutronen per atoom, en daarmee de atoommassa.​
De gemiddelde atoommassa van een element houdt rekening met deze variaties, en geeft je de gemiddelde massa per atoom ​
We noemen dit de relatieve atoommassa en deze massa's zijn te vinden in het Periodiek Systeem der elementen​

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

atomaire massa-eenheid
Massa van 1 waterstofatoom is 1,66*10-27 kg
Niet zo handig...
Daarom is  atomaire massa-eenheid (u) bedacht.   
1 u = 1,66*1027 kg      (hoef je niet te leren!)

Slide 20 - Slide

massa van atomen
Metalen

Calcium, Ca relatieve atoommassa is 40,08 u
Aluminium, Al, relatieve atoommassa is 26,98 u
Moleculen
Water, H2O: 2 x 1,008 + 16,00 = 18,016 u​
Butaan, C4H10: 4 x 12,01 + 10 x 1,008 = 58,12 u​
Zouten​
Natriumcloride, NaCl: 22,99 + 35,45 = 58,44 u​






Slide 21 - Slide