Nieuw Nederlands Hoofdstuk 6 Taalverzorging Spelling: zijn, hebben, willen, kunnen en zullen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Doel van de les

Deze les gaat over hfdst. 6 Taalverzorging Spelling (over de werkwoorden zijn, hebben, willen, kunnen en zullen)

Aan het eind van de les kan je/weet je

• de werkwoorden zijn, hebben, willen, kunnen en zullen op de juiste manier te gebruiken
• woorden met c, ck, k en kk goed spellen

Wat ga je doen?

• Terugkijken naar de vorige les
• Uitleg en instructie 
• Maken van de opgaven en leren van de theorie

Wat zijn sterke werkwoorden?

1. het kost kracht om ze uit te spreken
2. zij maken de spreker sterker
3. zij veranderen nooit van klank in de verleden tijd
4. zij veranderen van klank in de verleden tijd

Waar of niet waar: In de verleden tijd schrijf je een sterk werkwoord zo kort mogelijk op.

1. waar
2. niet waar

Waar of niet waar: Je gebruikt altijd dubbele letters in de verleden tijd van sterke werkwoorden.

1. waar
2. niet waar

Om erachter te komen of een sterk werkwoord in de verleden tijd op een -d of een -t eindigt moet je naar de wij/jullie/zij vorm kijken.

1. niet waar
2. waar

Even herhalen...

• Sterke werkwoorden: veranderen van klank in de vt

Spelling: zo kort mogelijk, alleen dubbele letters voor de uitspraak, voor -d of -t kijk je naar wij/jullie/zij vorm

• Zwakke werkwoorden: veranderen niet van klank in vt

Spelling: achter de ik-vorm schrijf je -te (ev) / -ten (mv) of -de (ev) / -den (mv)

Nog een soort werkwoord...

We hebben zwakke - en sterke werkwoorden en moeilijke werkwoorden: die veranderen niet alleen van klank, maar helemaal! (NB: in tt en vt)

Er zijn 5 moeilijke werkwoorden: zijn, hebben, willen, kunnen en zullen (niet zoveel gelukkig)

Een voorbeeld...

		zijn
tegenwoordige tijd (tt)	ik	ben
	jij/je	bent
	--je/jij	ben
	hij/zij	is
	wij/jullie/zij/ze	zijn
verleden tijd (vt)	ik/je/jij/hij/zij/ze	was
	wij/jullie/zij/ze	waren

apps.noordhoff.nl

Moeilijke werkwoorden

Je moet deze werkwoorden uit je hoofd leren!

Aan de slag!

• Maak de opdrachten van hfdst. 6 Taalverzorging -spelling over zijn, hebben, willen, kunnen en zullen en c, ck, k en kk (in je schrift).
• Bestudeer het uitlegfilmpje en de theorie
• Klaar? Oefen verder bij extra opdrachten en trainen

Afsluiting

• Huiswerk: maken opdrachten van hfdst 6 Taalverzorging - spelling over zijn, hebben, willen, kunnen en zullen en speling c, ck, k en kk
• Bedankt voor de inzet en succes met leren.