EO Basis 5-10

• Economie & Ondernemen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Lesdoelen vandaag

1. Herhalen winkelsoorten, klantenbinding en koopkracht
2. Afronden AmeRijck opdracht 4.1 en 4.2 (BBQ's)
3. Oefening dimensies van het assortiment
4. Beginnen aan AmeRijck opdracht 4.5

Benoem de soorten winkels A, B, C of D?
1. lage prijzen weinig service
2. alleen producten uit één branche
3. verkoopt allerlei soorten levensmiddelen
4. verschillende branches onder één dak

1. 
2. 
3. 
4. 

Beantwoord de volgende vragen

1. Als winkelier moet je nadenken hoe je klanten krijgt. Maar ook hoe je ze behoud. Dit noemen wij klantenbinding. Geef minimaal één voorbeeld van klantenbinding.
2. Wat betekent het begrip koopkracht?

Klantenbinding

• Spaarkaart
• Bonuskaart
• Membership
• Korting
• Extra's
• Customizen

Koopkracht

De hoeveelheid artikelen en diensten die je kunt kopen met je geld is je koopkracht. 

Inkomen:

- Loon, uitkering of pensioen

Luxe producten > doelgroep met veel koopkracht

Goedkope producten > doelgroep met weinig koopkracht

Lees tekstbron 44 en 45

1. Artikelen hebben een merk. Zo kennen we een A, B en C merk. Wat kan jij vertellen over een B merk?
2. Geef een ander woord voor aanvullende artikelen en geef een voorbeeld.

Afronden AmeRijck opdracht 4.1 en 4.2

Opdracht 1. Markeer in de tekst
Welke begrippen horen bij een discounter?

AmeRijck opdracht 4.5

Commercieel

Assortiment HEMA

Vragen over assortiment

Wat heb je vandaag geleerd?