What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
8. REPASO / klinkerwisselingen
¿Qué vamos a hacer?
Bespreken "toets"
Klinkerwisselingen
¡Vamos a repasar!
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1-3
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quiz
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
¿Qué vamos a hacer?
Bespreken "toets"
Klinkerwisselingen
¡Vamos a repasar!
Slide 1 - Slide
Repaso:
los verbos
de werkwoorden
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Werkwoorden op -AR
Maria _____ (caminar) en el parque.
Tú ______ (hablar) muy rápido.
Rocío y yo _______ (cocinar) paella.
Carmen y tú _______ (estudiar) español.
Yo ________ (nadar) en la piscina.
Ellos _________ (bailar) en la discoteca.
Juan y Carlos __________ (comprar) un coche.
Usted _________ (escuchar) música.
Schrijf de antwoorden in je schrift!
Slide 4 - Slide
Las respuestas
Maria
camina
en el parque.
Tú
hablas
muy rápido.
Rocío y yo
cocinamos
paella.
Carmen y tú
estudiáis
español
Yo
nado
en la piscina.
Ellos
bailan
en la discoteca.
Juan y Carlos
compran
un coche.
Usted
escucha
música.
Schrijf de antwoorden in je schrift!
Slide 5 - Slide
De onregelmatige werkwoorden
Pablo ________ (tener) un gato.
Yo ________ (ser) neerlandés.
Paco y Lola _________ (tener) amigos.
Vosotros _________ (ser) muy amables.
El restaurante ____________ (llamarse) '
la más bonita'.
Marta y yo __________ (ser) familia.
Schrijf de antwoorden in je schrift!
Slide 6 - Slide
De onregelmatige werkwoorden
Pablo
tiene
un gato.
Yo
soy
neerlandés.
Paco y Lola
tienen
amigos.
Vosotros
sois
muy amables.
El restaurante
s
e llama
'
la más bonita'.
Marta y yo
somos
familia.
Schrijf de antwoorden in je schrift!
Slide 7 - Slide
Los artículos
de lidwoorden
Slide 8 - Slide
Los artículos
De, het, een
zijn Nederlandse lidwoorden
In het Spaans zijn er
mannelijke
en
vrouwelijke
lidwoorden
In het Spaans zijn er lidwoorden voor
enkelvoud
en voor
meervoud
Een
bepaald
lidwoord is: de / het
Een
onbepaald
lidwoord is: een / een paar
De Spaanse bepaalde lidwoorden (de/het) zijn:
el, la, los, las.
De Spaanse onbepaalde lidwoorden (een/eenpaar) zijn:
un, una, unos, unas
Slide 9 - Slide
Los artículos
Leer dit schema uit je hoofd. Je kan het tijdens de toets op je blaadje schrijven als
geheugensteuntje
!
De lidwoorden
mannelijk
enkelvoud
vrouwelijk
enkelvoud
mannelijk
meervoud
vrouwelijk
meervoud
Bepaald lidwoord
de / het
el
la
los
las
Onbepaald lidwoord
een / een paar
un
una
unos
unas
Slide 10 - Slide
Voorbeelden
_____
libro
Dit is een mannelijk woord enkelvoud (o) dus:
EL
_____
libros
Nu staat hetzelfde woord in het meervoud (s):
LOS
_____ casa
Dit is een vrouwelijk woord enkelvoud (a):
LA
_____ casas
Nu staat het woord in het meervoud (s):
LAS
Slide 11 - Slide
Vul het juiste lidwoord in
Bepaald lidwoord
Onbepaald lidwoord
1. _______ alemán 5. ______ perro
2. _______ ciudad 6. ______ rotuladores
3. _______ libros 7. _______ pizarras
4. _______ chicas 8. _______ inglés
Slide 12 - Slide
Vul het juiste lidwoord in
Bepaald lidwoord
Onbepaald lidwoord
1.
el
alemán 5.
un
perro
2.
la
ciudad 6.
unos
rotuladores
3.
los
libros 7.
unas
pizarras
4.
las
chicas 8.
un
inglés
Slide 13 - Slide
TIPS UITWISSELEN
SPAANS LEREN!
Slide 14 - Mind map
EXTRA BONUS OPDRACHT!
Beheers je de werkwoorden goed? Dan kan je om jezelf extra uti te dagen de volgende opdracht al proberen.
Eerst zie je een filmpje die je extra uitleg geeft.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Slide
LET OP:
Bij de
nosotros
en
vosotros
vorm
NOOIT
een klinkerwisseling.
wij
jullie
Slide 18 - Slide
VERBOS E - IE
qu
e
rer - willen, houden van
emp
e
zar - beginnen
pref
e
rir - liever willen
ent
e
nder - begrijpen
c
e
rrar - sluiten
p
e
nsar - denken
t
e
ner - hebben (de ik-vorm = tengo)
Voorbeeld:
Tú ______ (tener) 40 años.
La clase ________ (empezar) a las ocho y nueve.
Deze werkwoorden leer je als werkwoorden met e - ie
klinkerwisseling
antwoord
tienes
antwoord
empieza
Slide 19 - Slide
1.6 F
- Los verbos E - IE
Noteer de juiste vorm van de werkwoorden in je schrift.
1. ¿Qué _____________________(querer, tú)?
2. Yo _____________________(querer) una barra de pan.
3. ¿Qué ______________________(preferir, vosotros), té o leche?
4. Pues, yo ___________________(preferir) agua.
5. ¿A qué hora ____________________(cerrar) el supermercado?
6. Los alumnos no ____________________(entender) al profesor.
7. Chicos, _______________________(empezar, nosotros) la clase.
8. Pepe ________________________(pensar) que no tienen queso manchego
Slide 20 - Slide
Las respuestas
Ejercicio F
1. quieres
2. quiero
3. preferís
4. prefiero
5. cierra
6. entienden
7. empezamos
8. piensa
Plaza de España, Sevilla
Slide 21 - Slide
More lessons like this
Spaans h1a 10112020 REPASO
November 2020
- Lesson with
13 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
REPASO/ herhaling
November 2021
- Lesson with
30 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Les 5 Unidad 4 Klinkerwissel
September 2024
- Lesson with
19 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
UNIDAD 1 Mi familia y yo - parte 3
November 2021
- Lesson with
41 slides
Spaans
MBO
Studiejaar 1
Les 6 Unidad 4 klinkerwissel
September 2024
- Lesson with
17 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
AIB21A4 week 2 la familia
September 2023
- Lesson with
35 slides
Spaans
MBO
Studiejaar 1
UNIDAD 1 Mi familia y yo - parte 3
November 2021
- Lesson with
40 slides
Spaans
MBO
Studiejaar 1
Capitulo 1
January 2024
- Lesson with
28 slides