Link 7.4

Lesplan
1. Huiswerk: De huisarts.
2. Woorden: thema 7. 
3. Link 7.4. 
4. Grammatica: mooi - mooier- het mooist



1 / 19
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Lesplan
1. Huiswerk: De huisarts.
2. Woorden: thema 7. 
3. Link 7.4. 
4. Grammatica: mooi - mooier- het mooist



Slide 1 - Slide

Na deze les: 

 .... kun je informatie over medicijnen begrijpen.


Slide 2 - Slide

De huisarts
Zoek de informatie op internet. 
Schrijf de antwoorden op. 

1) Naam van je huisarts: ___________________________________________________________________
2) Naam van de huisartsenpraktijk: ________________________________________________________
3) Telefoonnummer: _______________________________________________________________________
4) Telefoonnummer in het weekend of in de avond: ________________________________________
Straat: ______________________________________________________________________________________
Plaats: ______________________________________________________________________________________

Hoe maak je een afspraak?         ______ met de telefoon        _______ online

Slide 3 - Slide

Huisarts/Dokter
Schrijf binnen 2 minuten zo veel mogelijk woorden over het thema "Huisarts/Dokter". 

Wie weet de meeste woorden over het thema "Huisarts/Dokter" ? 

Slide 4 - Slide


Rendictee

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Log in bij de Link

thema 7.4 
opdracht 7

Slide 7 - Slide




1) Meneer de Jong heeft een goede gezondheid.
2) Hij houdt van klussen.
3) Hij heeft verschrikkelijke pijn in zijn rug.








1) Mevrouw Yilmaz slaapt slecht.
2) Ze heeft zorgen.
3) Ze woont alleen met haar kinderen.

Slide 8 - Slide

A:
1. Goedemiddag.
3. Ja, ik kom de medicijnen voor mevrouw .... ophalen.
5. … 

7. Ja. Hoeveel keer moet zij het medicijn nemen?
9. Oké en hoeveel tabletten mag zij per dag nemen?
11. En wanneer moet zij de tabletten innemen?
13. Oké, dank u wel. Dag.
B:
2. Hallo, kan ik u helpen?
4. Wat is haar geboortedatum?

6. Heeft u nog vragen over het medicijn?

8. Zij moet ..... maal het medicijn nemen.

10. Zij mag..... tabletten per dag nemen. 

12. Zij moet de tabletten ...... innemen. 
14. Tot ziens. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link


 Mijn boek is leuk. 
Jouw boek is leuker. 
Haar boek is het leukst

Slide 11 - Slide


Grammatica 12.1 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Maak een foto van een doosje met medicijnen en beantwoord deze vragen: 
1. Wat is de naam van dit medicijn? 
2. Wat voor medicijn is dit?                                  Pillen/druppels/zalf/pleister
3. Hoeveel pillen/druppels per dag mag je nemen?
4. Hoeveel pillen/druppels per dag mag een kind nemen? 
5. Wanneer moet je dit medicijn innemen?          's morgens/'s avonds
6. Hoe moet je dit medicijn innemen?        Bij het eten/met water/sap/yoghurt
 

Slide 16 - Slide

Huiswerk

Huiswerk voor woensdag:
thema 7 online afmaken. 

Huiswerk voor vrijdag:
Doosje met medicijnen. 







Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Klasafspraken

Slide 19 - Slide