[4V] Ontstaan van machtige staten

Memo h4.4



Het ontstaan van machtige staten
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Memo h4.4



Het ontstaan van machtige staten

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Je kunt:
- uitleggen waarom vorsten hun gebieden wilden centraliseren (één maken);
- drie voorbeelden van centralisatie noemen;
- uitleggen waarom centralisatie vaak moeizaam verliep;
- aangeven waarom koningen liever niet met een parlement overlegden.

Slide 2 - Slide

De Magna Carta
Eerlijk proces
Bijzonder is artikel 39, waarin staat dat elke vrije man recht had op rechtsbescherming en een eerlijk proces:
“No free man shall be seized or imprisoned, or stripped of his rights or possessions, or outlawed or exiled, or deprived of his standing in any other way, nor will we proceed with force against him, or send others to do so, except by the lawful judgement of his equals or by the law of the land. To no one will we sell, to no one deny or delay right or justice.”
Een bijzonder document
Historici zien de Magna Carta als een keerpunt in de staatskundige geschiedenis van Europa. Het is een van de eerste democratische wetten. Uniek was het idee dat iedereen, óók de koning, ondergeschikt was aan de wet.
Macht delen
In de Magna Carta stond dat de koning geen belastingen mocht invoeren zonder toestemming van het parlement. Voor het eerst moest de koning zijn macht delen met het parlement.

Slide 3 - Slide

Uit een artikel over de 
Magna Carta:
Jan zonder Land had de Magna Carta wel ondertekend, onder druk, maar hij verzette zich er hevig tegen. Paus Innocentius III (ca.1160-1216) nam het voor de Engelse koning op en verklaarde de Magna Carta op 24 augustus 1215 nietig. Vervolgens excommuniceerde de paus de rebellen.


https://historiek.net/magna-carta-1215-grote-charter/76409/

Slide 4 - Slide

Bedenk waarom Jan zonder Land probeerde om de Magna Carta af te schaffen?

Slide 5 - Open question

Bedenk waarom de Magna Carta een voorbeeld is geweest voor mensen die in opstand kwamen tegen een koning?

Slide 6 - Open question

staatsvorming

Slide 7 - Mind map

Centralisatie betekent:
A
Dat een land vanuit meerdere steden bestuurd wordt
B
Dat elk gebied zichzelf bestuurd
C
Dat een vorst rekening houdt met zijn onderdanen
D
Dat een land vanuit één plaats bestuurd wordt

Slide 8 - Quiz

Is de Europese Unie (EU) een voorbeeld van centralisatie?
A
Ja, want de landen van de EU werken steeds meer samen.
B
Nee, want Europa is al heel lang één gebied.
C
Ja, want de landen mogen de EU niet verlaten.
D
Nee, want elk Europees land heeft nog steeds een eigen regering.

Slide 9 - Quiz

Lees 'Leenheren in het voordeel' (blz. 122). Schrijf twee oorzaken op waardoor leenheren hun macht konden vergroten.

Slide 10 - Open question

Parlement
Koningen hebben twee hobby's: kastelen bouwen en oorlog voeren. Hierdoor hebben ze altijd geld nodig.
Een koning vraagt liever geen geld (belasting) aan het parlement, want dan moet hij hen privileges afstaan.

Dus: 
Hoe vaker een vorst belasting vraagt aan het parlement, hoe meer macht hij kwijt raakt.

Slide 11 - Slide

In Memo wordt de staatsvorming in het Duitse rijk, Frankrijk en Engeland vergeleken (blz. 123). Lees 'Frankrijk' en schrijf drie oorzaken op van het succes van de staatsvorming.

Slide 12 - Open question

Particularisme
Streven van steden en gewesten om zo onafhankelijk mogelijk te zijn.

Dit was al eeuwen lang het gebruik in de Nederlanden -> door privileges hadden (vooral) Vlaamse steden een grote mate van zelfstandigheid.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Waarom probeerde Karel V zijn rijk te centraliseren en welke problemen ondervond hij?

Slide 16 - Open question

Lesdoelen
Je kunt:
- uitleggen waarom vorsten hun gebieden wilden centraliseren (één maken);
- drie voorbeelden van centralisatie noemen;
- uitleggen waarom centralisatie vaak moeizaam verliep;
- aangeven waarom koningen liever niet met een parlement overlegden.

Slide 17 - Slide

Ik vond deze les...
A
onduidelijk
B
afwisselend
C
duidelijk
D
saai

Slide 18 - Quiz

Schrijf 3 dingen op die je
deze les nog meer hebt geleerd

Slide 19 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 20 - Open question