Zelfregulering: Je weet dat er verschillende (leer)strategieën zijn en kunt bepalen welke strategieën passen bij de geformuleerde (leer)doelen.
A2.1: Je kunt begrijpen wat er tegen je gezegd wordt in een eenvoudig, alledaags gesprek (luisteren).
A2.1: Je kunt mensen, plaatsen, en bezittingen op een eenvoudige manier beschrijven (spreken).