This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
13.4 Geluidshinder
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt bronnen van geluidshinder benoemen.
Je kunt voorstellen doen voor maatregelen tegen geluidshinder bij de bron, in de tussenstof en bij de ontvanger.
Je kunt het verschil beschrijven tussen het absorberen en het terugkaatsen van geluid.
Je kunt beschrijven dat mogelijke gehoorschade afhangt van de geluidssterkte en de tijd waaraan iemand wordt blootgesteld.
Je kunt benoemen hoe het gehoor beschermd kan worden.
Slide 2 - Slide
Geluidsoverlast
Geluid kan mooi zijn. Denk maar eens aan je favoriete muziek. Misschien helpt de muziek wel om je te concentreren op je werk. Geluid kan ook hinderlijk zijn. Als je een toets moet maken of als je probeert te slapen, dan is geluid van buiten erg vervelend.
Slide 3 - Slide
Geluidshinder
Slide 4 - Slide
Contactgeluid
Contactgeluid is het geluid dat bijvoorbeeld via vloeren, buizen en muren verspreid wordt. Het geluid van bijvoorbeeld rennende kinderen of boren valt onder contactgeluiden. Voor overlast door contactgeluiden zijn effectieve oplossingen te verzinnen. Door bijvoorbeeld het gebruik van zachte vloerbedekking en/of zacht schoeisel zou de geluidsoverlast eenvoudig opgelost kunnen worden.
Slide 5 - Slide
Luchtgeluid
Luchtgeluid is het geluid dat rechtstreeks afkomstig is van de geluidsbron (bijvoorbeeld de radio of zingen of harde stemmen). Dit luchtgeluid brengt ook de aangrenzende muren, vloeren en plafonds in trilling en draagt het geluid verder naar de aangrenzende ruimtes. In veel gevallen zijn er ook nog eens gaten, spleten en kieren in de wand, waar het geluid doorheen komt (geluidslekken).
Slide 6 - Slide
Maatregelen tegen geluidshinder
Slide 7 - Slide
Maatregelen bij de bron
Slide 8 - Slide
Maatregelen tussen bron en ontvanger
Slide 9 - Slide
Maatregelen bij de ontvanger
Slide 10 - Slide
Geluidsisolatie
Slide 11 - Slide
Waar komt geluid vandaan?
A
Een geluidsbron
B
De lucht
Slide 12 - Quiz
Geluid komt via een ... in je oren terecht
A
trilling
B
tussenstof
C
geluidssnelheid
Slide 13 - Quiz
Hoe noemen we terugkaatsing van geluid?
Slide 14 - Open question
Hoe kun je de trillingstijd berekenen?
A
1 / f
B
v / f
C
1 / T
D
1 / V
Slide 15 - Quiz
Hoe bereken je de frequentie?
A
1 / T
B
1 / f
C
1 / v
D
T / f
Slide 16 - Quiz
Wat is de trillingstijd van deze geluidsgolf? Bij 1 ms/div
A
3 ms
B
2,5 ms
C
5 ms
D
10 ms
Slide 17 - Quiz
Wat is de amplitude van deze geluidsgolf? Bij 1 mV/div
A
3 mV
B
6 mV
C
5 mV
D
10 mV
Slide 18 - Quiz
Als er een speaker aan staat meet je 60 dB. Hoeveel meet je als er nog een speaker aan staat met dezelfde geluidssterkte
A
61 dB
B
120 dB
C
63 dB
D
70 dB
Slide 19 - Quiz
Om jezelf in een grote zaal hoorbaar te maken heb je een ... nodig
A
Geluidssysteem
B
Microfoon
C
Versterker
D
Luidspreker
Slide 20 - Quiz
Geluid neem je op met een ...
Slide 21 - Open question
Aan de slag!
Maak 13.4 Geluidshinder opdr. 1, 2, 3, 7, 8 (p. 50-56 NOVA deel 4B)