Unidad 9.6

Hoy es el 27 de febrero de 2023
1 / 19
next
Slide 1: Slide
SpaansBeroepsopleiding

This lesson contains 19 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Hoy es el 27 de febrero de 2023

Slide 1 - Slide

Goed kijken de slides 16, 17, 18
Stencil: "¿ Qué están haciendo estas personas?"
TB.: p.82, oef. 12: Una pausa en el camino: Beantwoord de vraag: ¿ Qué están haciendo estas personas?
p.83,oef. 13 a, b, c : lezen en de woorden en uitdrukkingen over het weer leren.
WB.:p. 84, oef. 13, 14 a/b
 p.87: oef.21, 24,
p. 88, oef. 25, 26, 27
Mirar los ejercicios

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

TB.: p.82, oef. 12: Una pausa en el camino: Beantwoord de vraag: ¿Qué están haciendo estas personas?
Stencil: Indica qué están haciendo estas personas.

Slide 6 - Slide

Plaats van de voornaamwoorden

Vóór de persoonsvorm:

Hago la maleta;   la hago

vóór de persoonsvorm of achter de infinitivo

voy a hacer la maleta:      

 la voy a hacer/ voy a hacerla


vóór de persoonsvorm of achter gerundio

Estoy haciendo la maleta:   la estoy haciendo/ estoy haciéndola

Slide 7 - Slide

Wederkerende werkwoorden in de Gerundio 
(p. 125)
Bij de Gerundio kunnen de voornaamwoorden zowel vóór estar staan. 
  • Me estoy duchando.
Maar ze mogen ook direct achter de Gerundio staan. Om de klemtoon te handhaven krijgt de Gerundio dan wel een accent.
  • Estoy duchándome.

Slide 8 - Slide

Dat ziet er dan zo uit:

  • Ahora me voy a duchar.
  • Ahora me tengo que duchar. 
  • Ya me he duchado.
  • En este momento me estoy duchando.


  • Ik ga me nu douchen.
  • Ik moet me nu douchen. 

  • Ik heb me al gedoucht.
  • Op dit moment ben ik me aan het douchen. 

Slide 9 - Slide

Of zo:
Bij de infinitief of Gerundio

  • Ahora voy a ducharme.
  • Ahora tengo que ducharme. 
  • En este momento estoy duchándome.

Maar:
  • Ya me he duchado.



  • Ik ga me nu douchen.
  • Ik moet me nu douchen. 

  • Op dit moment ben ik me aan het douchen.

Maar:
  • Ik heb me al gedoucht.

Slide 10 - Slide

Werkboek oef. 22 p.87
Beantwoord de vragen en let daarbij op de plaats van het persoonlijk voornaamwoord bij de Perfect en de Gerundio.
1. María, ¿has hecho ya las maletas? ( Heb je de koffers al gemaakt/ ingepakt?)
    - Sí, ya las he hecho. ( Ja, ik heb ze al gemaakt/ ingepakt)
    - En este momento las estoy haciendo. (Vóór estar)  ( Ik ben ze nu aan het maken/  inpakken)
    - En este momento estoy  haciéndolas. (Achter gerundio) ( ik ben ze nu aan het maken/ inpakken)
                    

Slide 11 - Slide

¿Qué tiempo hace?
Voor het weer gebruik je de werkwoorden:
  • hacer
  • hay
  • estar 
  • llover (ue) / lloviznar 
  • nevar (ie)

Slide 12 - Slide

Wat voor weer is het vandaag?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Bekijk La canción del tiempo tot 1.24 m. en  maak onderstaande zinnen af.

Hace ________________.
Hace ________________.
Hace ________________.
Hace ________________.
Hace ________________.
Está ________________.
No está ________________.
Está lloviendo.
Está nevando. 

.


De zon schijnt.
Het is warm.
Het is koud.
Het is fris.
Het waait.
Het is onbewolkt.
Het is niet bewolkt.
Het is aan het regenen.
Het is aan het ________________.

Slide 16 - Slide

Panamericana
En Perú con Pilar
Leer

Slide 17 - Slide

Deberes
WB:
p. 89, 90, 91. Reglas y sistemas, Test.
TB:
p. 87, Unidad 10 : Tengo planes
Actividades de tiempo libre, ej. 1a

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide