This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
systeem aarde vwo 6
43 random vragen
Slide 1 - Slide
Het ontstaan van metamorf gesteente is een
A
Exogeen proces
B
Endogeen proces
Slide 2 - Quiz
Fysische vruchtbaarheid
Chemische vruchtbaarheid
Verwering
Neerslaghoeveelheid
Korrelgrootte in de bodem
Humificatie of mineralisatie
Slide 3 - Drag question
Benoem het metamorfe gesteente van kalksteen
Slide 4 - Open question
Welke beweging zien we hier?
A
Divergent
B
Convergent
C
Transform
Slide 5 - Quiz
Geef aan welke plaatbeweging in Turkije voor hevige aardbevingen leidt. Deze platentektoniek is: .... (zonder punt op het eind).
Slide 6 - Open question
Bekijk het plaatje hiernaast. Dit figuur geeft de situatie aan de westkust van Zuid-Amerika niet compleet weer. Leg uit welk endogeen element ontbreekt en waarom.
A
Bij subductie voor de oostkust van Zuid-Amerika is er niet alleen sprake van subductie en aardbevingen, maar ook van vulkanisme.
B
Bij subductie voor de westkust van Zuid-Amerika is er niet alleen sprake van subductie en aardbevingen, maar ook van orkanen.
C
Bij subductie voor de westkust van Zuid-Amerika is er niet alleen sprake van subductie en aardbevingen, maar ook van overstromingen.
D
Bij subductie voor de westkust van Zuid-Amerika is er niet alleen sprake van subductie en aardbevingen, maar ook van vulkanisme.
Slide 7 - Quiz
Welke vruchtbaarheid neemt toe door de stikstofdepositie? De .... vruchtbaarheid.
Slide 8 - Open question
Wat is verzilting?
A
verzilting is het uitdrogen van zoet water
B
Grond waar de planten op groeien wordt zoeter
C
Grond waar de planten afhankelijk voor zijn wordt zouter
D
verzilting is het uitdrogen van zout water
Slide 9 - Quiz
Wat zijn de voorspellingen omtrent de verschuivingen van klimaatzones in Europa?
Slide 10 - Open question
Welke grondsoort heeft de beste chemische vruchtbaarheid?
A
Zand
B
Löss
C
Veen
D
hard gesteente
Slide 11 - Quiz
Welke geofactor is reliëf?
A
Atmosfeer
B
Lithosfeer
C
Hydrosfeer
D
Biosfeer
Slide 12 - Quiz
Welk deel van de oceaan is het oudst?
A
A
B
B
C
C
Slide 13 - Quiz
De akkerbouw in het Middellandse zee bestaat uit
A
het verbouwen van mais
B
het verbouwen van aardappels
C
dry farming , boom- en struikcultuur en irrigatielandbouw
D
De verbouw van palmolie
Slide 14 - Quiz
dit is welke landschapszone?
A
polair
B
aride
C
boreaal
D
subtropisch
Slide 15 - Quiz
In welke landschapszone komt verzilting nauwelijks voor?
A
tropisch
B
subtropisch
C
gematigd
D
boreaal
Slide 16 - Quiz
Hazard management is het beleid om
A
Natuurrampen als geheel te voorkomen
B
Natuurrampen te voorspellen
C
Schade van natuurrampen te voorkomen
Slide 17 - Quiz
Welke bodem zie je hier?
A
Latosol
B
Podzol
C
Zwarte aarde
D
Woestijnbodem
Slide 18 - Quiz
Twee beweringen: 1. In het Middellandse Zeegebied is de waterbalans in de zomer positief 2. In het Middellandse Zeegebied is de variabiliteit in neerslag laag
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist,
2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
2 juist
Slide 19 - Quiz
Welk klimaat zie je in het klimaatgrafiek?
A
Savanne
B
Steppe
C
Tropisch
D
Middellandse Zee
Slide 20 - Quiz
Bepaal het klimaat (Köppen).
Slide 21 - Open question
Het water van de Middellandse zee is erg zout omdat
A
het water in dit gebied een andere samenstelling heeft
B
het water een hoge temperatuur heeft waardoor er veel verdamping is
C
het water een lage temperatuur heeft waardoor er weinig verdamping is
Slide 22 - Quiz
Verzilting tegen gaan kan door
A
het toepassen van druppelirrigatie
B
het overdag irrigeren van de bodem
C
het overvloedig irrigeren van de bodem
Slide 23 - Quiz
Verwering bestaat uit chemische verwering en mechanische verwering. Wat is er nodig voor chemische verwering?
A
Hoge temperaturen
B
Zure gassen in de lucht zoals CO2
C
Zacht gesteente
D
Harde wind
Slide 24 - Quiz
De Donau (rode streep) maakt een scherpe bocht in zuidoost-Duitsland. Geef aan waardoor deze bocht wordt veroorzaakt.
Slide 25 - Open question
Wat voor soort verwering is dit?
A
Chemische verwering
B
Mechanische verwering
Slide 26 - Quiz
Tot welke landschapszone behoort de savanne?
A
semi-humide
B
aride
C
tropisch
D
sub-aride
Slide 27 - Quiz
Oorzaken voor verzilting zijn
A
Verkeerde irrigatie
B
Uitputting van de grond door overbeweiding
C
Kappen van bossen
D
Hoge verdamping
Slide 28 - Quiz
Variabiliteit van de neerslag is hoog dat wil zeggen...
A
Dat de hoeveelheid neerslag onregelmatig is
B
Dat er zelden neerslag valt
C
Dat er regelmatig neerslag is
D
Dat er iedere dag dezelfde hoeveelheid neerslag valt
Slide 29 - Quiz
Daan en Leon bestuderen de gevolgen van orkanen. Zij verbazen zich over het gedrag van mensen voor, tijdens en na een orkaan. Daan zegt: “Dat mensen niet evacueren is een voorbeeld van risicoperceptie.” Leon zegt: “Het belangrijkste doel van hazard management is om de schade na een ramp zo snel mogelijk te herstellen.” Wat is juist?
A
Alleen de uitspraak van Daan is juist.
B
Alleen de uitspraak van Leon is juist.
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist
Slide 30 - Quiz
Waardoor ontstaat verzilting door irrigatie in de landbouw?
A
door stijgend grondwater en capillaire werking
B
door dalend grondwater en capillaire werking
C
door druppelirrigatie verdampt het water
en blijft het zout achter
D
door dalend grondwater en uitspoeling naar beneden
Slide 31 - Quiz
In welke plooiingsfase is dit gebergte waarschijnlijk gevormd?
A
Alpiene fase
B
Hercynische fase
C
Caledonische fase
Slide 32 - Quiz
Wat is waar over Thermohaliene circulatie?
A
Door de thermohaliene circulatie is het klimaat in Europa gematigd
B
Het wordt aangedreven door dichtheidsverschillen van oceaanwater door zout en watertemperatuur
C
De thermohaliene circulatie heeft een belangrijk aandeel in de wereldwijde warmtetransport
D
Wetenschappers vrezen dat door afsmelten van noordpoolijs de diepwaterpomp stil kan vallen
Slide 33 - Quiz
Welk gebergte is gevormd tijdens de Hercynische fase?
A
De Schotse Hooglanden
B
De Oeral
C
De Himalaya
D
De Andes
Slide 34 - Quiz
De atmosferische circulatie zorgt ervoor dat...
A
Koudere lucht uit de poolstreken naar Nederland kan waaien
B
Warme lucht uit de tropen naar Nederland kan waaien
C
Koudere lucht uit poolstreken rond de polen blijft
D
Warme lucht uit de tropen in de tropische zone blijft
Slide 35 - Quiz
Wat is een plooiingsgebergte?
A
Gebergte dat ontstaat door het botsen van platen
B
Gebergte dat ontstaat door het langs elkaar schuren van platen
C
Gebergte dat ontstaat door het uit elkaar schuiven van platen
D
Gebergte dat ontstaat door ijs, water en wind
Slide 36 - Quiz
Wat is een hotspot?
A
Vulkaan die onstaat door plaatbewegingen
B
Een hete plek in de aardkorst
C
Een plek waar veel pokemons zijn te vinden
D
Een dunne plek in de aardkorst waar magma omhoog komt
Slide 37 - Quiz
Een hotspot is meestal
A
effusief eruptietype, schilvulkaan
B
explosief eruptietype, schilvulkaan
C
effusief eruptietype, stratovulkaan
D
explosief eruptietype, stratovulkaan
Slide 38 - Quiz
Welk geologisch proces is naast verwering verantwoordelijk voor het verdwijnen van het gesteente uit de stippellijn?
Slide 39 - Open question
De ITCZ is een... Bij de ITCZ... de lucht
A
Lagedrukgebied... daalt
B
Hogedrukgebied.. daalt
C
Lagedrukgebied.. stijgt
D
Hogedrukgebied.. stijgt
Slide 40 - Quiz
Bekijk de afbeelding over de ITCZ.
Welk klimaat vind je in het gebied van de ITCZ.
A
Landklimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Tropisch klimaat
Slide 41 - Quiz
Welke geofactor is verantwoordelijk voor het ontstaan van gematigde klimaten rond de evenaar?