What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
THEMA 3 / VCA (startklas) / les 16 'gevaarlijke stoffen 3'
Les 16 'gevaarlijke stoffen' deel 3
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
NT2
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Les 16 'gevaarlijke stoffen' deel 3
Slide 1 - Slide
Vorige week:
- Etiketten, gevarendiamant & preventie
Deze week:
- Stukje herhaling
- Biologische stoffen
- Industriële gascilinders
Slide 2 - Slide
Wat betekent de blauwe kleur in de gevarendiamant?
A
Specifiek gevaar
B
Persoonlijk gevaar
C
Reactiviteit
D
Brandgevaar
Slide 3 - Quiz
Wat betekent de rode kleur in de gevarendiamant?
A
Specifiek gevaar
B
Persoonlijk gevaar
C
Reactiviteit
D
Brandgevaar
Slide 4 - Quiz
Wat betekent de gele kleur in de gevarendiamant?
A
Specifiek gevaar
B
Persoonlijk gevaar
C
Reactiviteit
D
Brandgevaar
Slide 5 - Quiz
Als het er niets staat in het witte vlak dan betekent dit dat deze gevaarlijke stof met water geblust mag worden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Je bent aan het werk en je ziet uit een leiding damp vrijkomen. Wat doe je?
A
Blijven werken. Je zorgt er wel voor dat je PBM's draagt.
B
Je gaat meten om welke stof het gaat.
C
Je zet een deur open zodat je kunt ventileren.
D
Je houdt afstand en je informeert jouw leidinggevende.
Slide 7 - Quiz
Wat is GEEN preventiemaatregel om vergiftigingsgevaar tegen te gaan?
A
Het bestrijden van de bron (gevaarlijke stof).
B
Ventilatie.
C
Meten van een gevaarlijke stof.
D
PBM's dragen.
Slide 8 - Quiz
Schone lucht toevoegen en vuile lucht afvoeren.
Welke term hoort hier bij?
A
Scheiden
B
Ventileren
C
Amuseren
D
Monitoren
Slide 9 - Quiz
Biologische stoffen
Levende organismen die een infectie , allergie of vergiftiging kunnen veroorzaken;
Denk aan stoffen afkomstig van dierlijk materiaal zoals huid, haar en mest;
Of virussen (Corona!), bacteriën en schimmels;
Maar ook ziekteverwekkende micro-organismen zoals salmonella (in eten) of legionella (in waterleidingen);
En als laatste compost.
Slide 10 - Slide
Als je werkt met biologische stoffen, bijvoorbeeld bij de afvalverwerking, dan moet je regelmatig een medische controle ondergaan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Biologische stoffen: preventie
Persoonlijke hygiëne
Inenting
Gebruik van PBM's
Medische controle
Slide 12 - Slide
Biologische stoffen zijn stoffen van natuurlijke oorsprong
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Industriële gascilinders
In de industrie wordt veel met gassen gewerkt;
Deze worden vaak afgeleverd in gasflessen;
Deze gasflessen noemen we industriële gascilinders;
Gasflessen hebben een kleur;
Dat vertelt ons wat er in de fles zit.
Slide 14 - Slide
De kleuren en hun stoffen
Slide 15 - Slide
Welk bord is het symbool voor een houder (gascilinder) onder druk?
A
B
C
D
Slide 16 - Quiz
Veilig gebruik van een gascilinder
Cilinder vastzetten en beschermen tegen weersinvloeden en zonnestralen;
Geen voorraad van gasflessen op de werkvloer plaatsen;
Voldoende ventilatie;
Niet in kelders of putten plaatsen;
Gescheiden houden van andere brandbare gassen;
De juiste blusmiddelen en water als koelmiddel aanwezig bij de opslagruimte.
Slide 17 - Slide
Wat is de betekenis van de H-waarde op het etiket van een stof?
A
Hiermee geven we de hardheid van een stof weer.
B
Het betekent dat de stof door de huid het lichaam kan binnendringen.
C
Dit betekent dat je altijd hulp nodig hebt bij het gebruik van deze stof.
Slide 18 - Quiz
Wat betekent dit bord?
A
Instabiele stoffen
B
Ontvlambare stoffen
C
Explosieve stoffen
D
Corrosieve stoffen
Slide 19 - Quiz
Hoe kan blootstelling aan giftige stoffen voorkomen worden?
A
Door een andere, niet giftige stof te gebruiken.
B
Door altijd dezelfde medewerker met de stof te laten werken.
C
Door medewerkers te trainen in het werken met giftige stoffen.
Slide 20 - Quiz
Een leiding lekt. Wat is het gevolg als een stof vrijkomt met dit pictogram?
A
Verstikkingsgevaar
B
Brandgevaar
C
Gevaar voor het milieu
Slide 21 - Quiz
Wat is het gevaar van een te hoog zuurstofgehalte in uw werkomgeving?
A
Verstikkingsgevaar
B
Defect van de ademmaskers
C
Vergiftigingsgevaar
D
Brand- en explosiegevaar
Slide 22 - Quiz
Zuurstofconcentratie
Slide 23 - Slide
De lucht die wij inademen bestaat voor 21% uit zuurstof.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quiz
Als het zuurstofpercentage boven de 21% uitkomt dan is dit schadelijk voor onze gezondheid.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quiz
Je kunt bewusteloos raken als het zuurstofpercentage onder de 19% daalt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quiz
Als het zuurstofpercentage stijgt dan neemt ook het brandgevaar toe.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quiz
De neus is een betrouwbare manier om gevaarlijke dampen en gassen te detecteren.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 28 - Quiz
Noem één woord dat je hebt onthouden uit deze les.
Slide 29 - Mind map
Hoe beoordeel je de les van vandaag?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 30 - Poll
Fijne vakantie!!
Slide 31 - Slide
More lessons like this
VCA - Examenvragen Hoofdstuk 6 Gevaarlijke stoffen
July 2024
- Lesson with
27 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
THEMA 3 / VCA (startklas) / les 15 'gevaarlijke stoffen 2'
November 2021
- Lesson with
21 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
VCA hoofdstuk 8 gevaarlijke stoffen
June 2024
- Lesson with
32 slides
Bouwtechniek
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
B-VCA - B-VCA deel 2 - H5
February 2024
- Lesson with
34 slides
Burgerschapsonderwijs
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
VCA - H5
18 hours ago
- Lesson with
22 slides
Keuzedelen
MBO
Studiejaar 1
THEMA 3 / VCA (startklas) / les 15 'gevaarlijke stoffen 2'
September 2021
- Lesson with
27 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
VCA - H5
February 2024
- Lesson with
22 slides
Keuzedelen
MBO
Studiejaar 1
gevaarlijke stoffen begrippen
December 2022
- Lesson with
12 slides
Logistiek
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1