Dagbesteding en de betekenis ervan

Dagbesteding en de betekenis ervan 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Dagbesteding en de betekenis ervan 

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
* Je kunt uitleggen welke invloed, gedrag, zingeving, competenties, werk, scholing en vrije tijd hebben op dagbesteding en hieraan vorm en inhoud te geven
* Je kunt benoemen welke ontwikkelingen hebben geleid tot de huidige invulling van dagbesteding in de zorg

Slide 2 - Slide

Dagbesteding 
Dagbesteding: doelgerichte, zoveel mogelijk zingevende, gestructureerde invulling van activiteiten om de tijd die je hebt, te besteden

Vier aspecten:
* persoon die meedoet
-invulling behoeften, wensen en eigen mogelijkheden
* aard van de dagbesteding
- invloed leeftijd, persoonlijkheid, cultuur, interesses en voorkeuren-> vorm en wijze waarom het plaats vindt
* de omgeving
-plek die eigen is, veilig voelt, met anderen of alleen
* de waarde van de dagbesteding
- geeft betekenis, vorm en inhoud aan zijn dag en zijn bestaan. 

Slide 3 - Slide

Hulpvraag bij dagbesteding
Gedrag: waarom doet iemand wat hij doet
Zingeving: doel van de dagbesteding
Competenties: vaardigheden, kennis en houding
Werken en soorten werk: lichamelijk/ geestelijke inspanning, uitdaging, maatschappelijke behoefte
Scholing: educatie, ontwikkeling
Vrije tijd: hoe ga je hiermee om

Slide 4 - Slide

Menselijke behoefte
Behoefte piramide van Maslow:
gaat uit van de gedachte dat een mens in zijn ontwikkeling steeds verder komt. Iemand komt steeds in een nieuwe laag, omdat hij steeds andere behoeften krijgt. In de bovenste laag is zelfontplooiing
(persoonlijke groei, ontwikkeling)

Slide 5 - Slide

Behoefte piramide

Slide 6 - Slide

Geschiedenis dagbesteding
* cultuur
* maatschappij
*economie
* technische ontwikkelingen
* normen/ waarden/ visie op zorg verandering
Arbeidstherapie, bezigheidstherapie, activiteitenbegeleiding-> arbeidsmatige, ontwikkelingsgerichte, belevingsgerichte activiteiten

Slide 7 - Slide

Passende dagbesteding
*Begeleidingsbehoefte
*Groep
*Fysieke ruimte
- mobiliteit
- veiligheid
-toegankelijkheid/ faciliteiten
*Omgeving
-openheid versus geslotenheid

Slide 8 - Slide

Structuur
Ordening van dingen in de wereld om je heen, een patroon
Het programma duidelijk maken zodat de zorgvrager er zelf wat mee kan doen, passend bij zijn zorgvraag
Noodzaak:
-verwarring
-negatieve invloed zelfbeeld
-gevoelens van angst

Slide 9 - Slide

Structuren in leefomgeving
* Ruimtelijke structuur
* Sociale structuur
* Tijdsstructuur
*Materiele structuur

Slide 10 - Slide

Structuur tijdens de dagbesteding
* Programmastructuur
* Structuur in bijzondere situaties
* Spelstructuur
* Tafelstructuur
Taakstructuur
* Taalstructuur
Fysieke structuur

Slide 11 - Slide

Vraaggericht werken
Hulpvraag helder krijgen (impliciete hulpvraag)
- invloed samenleving
-zorgorganisatie
-individu in combinatie met gezinssysteem


Slide 12 - Slide

De verpleegkundige rol
Als hulpverlener:
* Inleven
* Verantwoordelijke voor het proces
* Aansluiten
Meedoen
Eigen regie
Zelfstandig werken

Slide 13 - Slide