2HV - Les 17

Programa
  1. Controlamos los deberes
  2. Comunicación
  3. Gustar
  4. Tener
  5.  Bezittelijk vnw
  6. Deberes
1 / 14
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Programa
  1. Controlamos los deberes
  2. Comunicación
  3. Gustar
  4. Tener
  5.  Bezittelijk vnw
  6. Deberes

Slide 1 - Slide

Controlamos los deberes
Voca Unidad 4 blz 107 NL-SP
1-50

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Dus: bij gustar...
1 ... heb je een meewerkend voorwerp. (me, te, le, nos, os, les)
2... zijn er maar 2 vervoegingen : 
               GUSTA (bij enkelvoud, bij werkwoord) 
               GUSTAN ( bij meervoud, bij meerdere zaken)
3... Ontkenning (NO) komt voor het werkwoord.

Slide 4 - Slide

Ahora te toca a ti: Gustar
Nu ben jij aan de beurt!  Hoe kun je nu zeggen:
1 ....dat je broer eten leuk vindt?
2 ....dat je zus van dieren houdt?
3 ....dat je vader van vrachtwagens houdt?
4 ....dat je grootouders van groente houden?
5 ....dat je niet van leren houdt?

Schrijf de zinnen in het Spaans. Gebruik de geleerde voca en grammatica. 


Slide 5 - Slide

Comunicación
Blz 47, ej 6, 7, 8

Slide 6 - Slide

Herhaling: Tener
Yo


Él, ella, usted

Nosotros / Nosotras

Vosotros / Vosotras

Ellos, ellas ustedes


Tengo

Tienes

Tiene

Tenemos

Tenéis

Tienen

Slide 7 - Slide

Vervoeg: tener
  1. Mi hermano y yo ________ dos gatos.
  2. Los abuelos _______ una casa bonita.
  3. Mi papá________ un coche amarillo.
  4. ¿Vosotros_________ mascotas?
  5. Yo_______ catorce años. ¿Cuántos años_________ tú?





Slide 8 - Slide

Herhaling: Querer
Yo


Él, ella, usted

Nosotros / Nosotras

Vosotros / Vosotras

Ellos, ellas ustedes


Quiero

Quieres

Quiere

Queremos

Queréis

Quieren

Slide 9 - Slide

Vervoeg: querer
  1. Yo ________  comer patatas
  2. Ana y tú ________  ir de compras
  3. Pepa ________  tener buenas notas
  4. María y yo ________  vacaciones
  5. Tú ________  un dulce

Slide 10 - Slide

Los posesivos 
Wat is een  bezittelijk voornaamwoord is?

Geef een voorbeeld in het NL.
het bezittelijk voornaamwoord in het Spaans

Slide 11 - Slide

Los posesivos 
Het bezittelijk voornaamwoord in het Spaans
Enkelvoud

Mi
Tu
Su
Nuestro/ Nuestra
Vuestro / Vuestra
Su
Meervoud

Mis
Tus
Sus
Nuestros/ Nuestras
Vuestros/ Vuestras
Sus


Mijn
Jouw
Zijn/ haar/ Uw
Ons /onze
Jullie
Hun / uw

Slide 12 - Slide

Trabajamos
Maak DEZE opdracht over 'ser'
Maak DEZE opdracht over 'tener'
Maak DEZE opdracht over 'bezittelijke vnw'
Maak DEZE opdracht over 'gustar'
Maak DEZE opdracht over 'gustar'


Slide 13 - Slide

Deberes
Voca Unidad 4 blz 107 NL-SP
1-60

Slide 14 - Slide