1BK 7.4 Formule, tabel en grafiek

Een docent gebruikt de volgende formule voor het berekenen van cijfers:
cijfer toets = 2 + 0,5 x aantal goede antwoorden.
Wat is het laagste cijfer dat je kunt halen?
timer
1:00
A
2
B
2,5
C
0,5
D
1
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
WiskundeMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Een docent gebruikt de volgende formule voor het berekenen van cijfers:
cijfer toets = 2 + 0,5 x aantal goede antwoorden.
Wat is het laagste cijfer dat je kunt halen?
timer
1:00
A
2
B
2,5
C
0,5
D
1

Slide 1 - Quiz

Een docent gebruikt de volgende formule voor het berekenen van cijfers:
cijfer toets = 2 + 0,5 x aantal goede antwoorden.
Wat is je cijfer als je 16 goede antwoorden hebt?
Schrijf de ingevulde formule en het antwoord op
timer
2:00

Slide 2 - Open question

Bij het beltegoed van Eva hoort de formule:
Beltegoed in € = 14,05 - 0,19 x tijd in minuten
Hoeveel beltegoed heeft Eva nog na 36 minuten
Schrijf de ingevulde formule en het antwoord op
timer
2:00

Slide 3 - Open question

Lesdoelen
  • Je kent de begrippen begingetal, stijggetal en daalgetal en kunt deze uit een woordformule halen
  • Je kunt een tabel invullen bij een woordformule
  • Je kunt een grafiek tekenen bij een woordformule

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

2 belangrijke getallen in elke woordformule: 
Begingetal       stijg/daalgetal

Slide 6 - Slide

Wat is het begingetal in deze formule:
prijs in € = 25 + 10 x aantal vierkante meter
timer
0:30
A
25
B
10

Slide 7 - Quiz

prijs in € = 25 + 10 x aantal vierkante meter
wat is het stijg- of daalgetal?
timer
1:00
A
stijggetal = 25
B
daalgetal = 25
C
stijggetal = 10
D
daalgetal = 10

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Drag question

Huiswerk voor de volgende les
H7.4 som 37 t/m 48
Mag online of in je boek

Slide 10 - Slide