Week 3 Mobiliteit, stabiliteit, vallen en ouder worden
Week 4 Mondzorg, voeding, ondervoeding en ouder worden
Week 5 Dementie en communicatie
Week 6 Delier, depressie, probleem en onbegrepen gedrag
Week 7 De dood, terminale en palliatieve zorg
Week 8 Verpleegproblemen en ouder worden
Week 9 Oefentoets (let op 1 uur les)
Week 10 Toets
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Periode 3 VT
Week 1 Organisatie van de zorg aan ouderen
Week 2 Ouder worden en de 5 reuzen
Week 3 Mobiliteit, stabiliteit, vallen en ouder worden
Week 4 Mondzorg, voeding, ondervoeding en ouder worden
Week 5 Dementie en communicatie
Week 6 Delier, depressie, probleem en onbegrepen gedrag
Week 7 De dood, terminale en palliatieve zorg
Week 8 Verpleegproblemen en ouder worden
Week 9 Oefentoets (let op 1 uur les)
Week 10 Toets
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Na deze les kan je een verpleegplan opstellen
Slide 2 - Slide
Terugblik......vorige les
Slide 3 - Slide
Wat betekent palliatieve zorg?
A
Palliatieve zorg is alle zorg voor mensen met een levensverwachting van ongeveer 3 maanden
B
Palliatieve zorg is alle zorg die er op gericht is iemand met een levensbedreigende ziekte (en zijn naasten) een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven te geven.
C
Palliatieve zorg is de verzorging en verpleging die bij zorgvragers thuis wordt geleverd.
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Wanneer begint palliatieve zorg?
A
Als de zorgvrager ondraaglijk en uitzichtloos aan het lijden is
B
Als de zorgvrager niet meer genezen kan worden
C
Als de zorgvrager veel pijn heeft en binnen 3 maanden komt te overlijden
D
Wanneer de zorgvrager geen zin meer in het leven heeft.
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
De palliatieve fase verloopt in grote lijnen op drie verschillende manieren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quiz
Wat is een doel van palliatieve zorg?
A
Zo lang mogelijk blijven leven
B
Zo lang mogelijk gezond blijven
C
Kwaliteit van leven
D
Kwaliteit van sterven
Slide 11 - Quiz
Noem drie kenmerken palliatieve zorg
A
acceptatie van de dood en het aanstaande sterven
B
totale medische, mentale, sociale en spirituele zorg
C
Patiënt samen met zijn naasten vormt de eenheid
D
Sterven staan centraal
Slide 12 - Quiz
Palliatieve zorg begint als het moment van sterven dichterbij komt
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Wat is een doel van terminale zorg?
A
Zo lang mogelijk blijven leven
B
Zo lang mogelijk gezond blijven
C
Kwaliteit van leven
D
Kwaliteit van sterven
Slide 14 - Quiz
Wanneer spreken we van de terminale fase
A
Laatste drie maanden
B
Ongeneeslijk ziek
C
Laatste twee weken
D
Bij suprise question
Slide 15 - Quiz
Op welke plaatsen wordt palliatieve zorg verleend?
Slide 16 - Mind map
Waarneembare verschijnselen dood
Slide 17 - Mind map
Wat heb jij nodig als verpleegkundige en als mens om zorgvragers te verplegen die weten dat ze gaan overlijden?
Slide 18 - Open question
Palliatieve zorg
Slide 19 - Slide
Palliatieve zorg bestaat uit 4 verschillende fasen.
In de symptoomgerichte palliatie wordt de ziekte behandeld zonder dat er genezing mogelijk is.