Paragraaf 8: persoonsvorm tegenwoordige tijd

§8 Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Werkboek open op blz 238
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

§8 Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Werkboek open op blz 238

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd  goed spellen.
Lesdoel
Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen. 

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd  goed spellen.
Welke woordsoort is de persoonsvorm ALTIJD?

Slide 3 - Slide

Lesdoel
Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd  goed spellen.
Hoe vind je de persoonsvorm in een zin? 

Slide 4 - Slide

persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 5 - Slide

Wat gaat hier mis?

Slide 6 - Slide


(onthouden) ... jij dat tot morgen?
A
Onthoud
B
Onthoudt
C
Onthield
D
Onthouden

Slide 7 - Quiz

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
Hij onthoud
B
Hij onthoudt

Slide 8 - Quiz


De overvaller (beroven) het gezin.
A
berooft
B
beroofd

Slide 9 - Quiz


Dat (gebeuren) beslist niet!
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 10 - Quiz


Ik (worden) morgen 13 jaar.
A
wort
B
word
C
wordt

Slide 11 - Quiz

Wat klopt hier niet?

Slide 12 - Slide


(draaien) Hij ... er altijd omheen.

Slide 13 - Open question

Achmed ........... (vertellen) dat hij nooit meer vuurwerk zal afsteken.

Slide 14 - Open question


De ballon (belanden) in de boom.

Slide 15 - Open question


Ik (vinden) er niets aan.

Slide 16 - Open question


De kip (broeden) al 2 weken.

Slide 17 - Open question


(Houden) jij ook van nasi?

Slide 18 - Open question


Hij (schelden) iemand uit.

Slide 19 - Open question


(bedoelen) Wat ... u daarmee?

Slide 20 - Open question

Huiswerk
Werkboek:
Persoonsvorm tegenwoordige tijd = opdracht 1 t/m 6 (blz. 238)

Online:
Persoonsvorm tegenwoordige tijd = 1 en 2 
Aan het werk
Werkboek blz 238 

Opdracht 1, 2, 3 en 4
Noteer alleen de werkwoorden in je schrift. 
timer
15:00

Slide 21 - Slide

Huiswerk
Werkboek:
Persoonsvorm tegenwoordige tijd = opdracht 1 t/m 6 (blz. 238)

Online:
Persoonsvorm tegenwoordige tijd = 1 en 2 
Nakijken opdracht 1
1. koop                  koopt
2. accepteer       accepteert
3. bestel              bestelt 
4. Verhuis           Verhuist 
5. wandel            wandelt 
6. bied                  biedt 
7. bid                     bidt 
8. Beantwoord   Beantwoordt

Slide 22 - Slide

Huiswerk
Werkboek:
Persoonsvorm tegenwoordige tijd = opdracht 1 t/m 6 (blz. 238)

Online:
Persoonsvorm tegenwoordige tijd = 1 en 2 
Nakijken opdracht 2
1. luistert 
2. lijdt 
3. verdelen
4. staat
5. houd
6. repeteert

Slide 23 - Slide

Huiswerk
Werkboek:
Persoonsvorm tegenwoordige tijd = opdracht 1 t/m 6 (blz. 238)

Online:
Persoonsvorm tegenwoordige tijd = 1 en 2 
Nakijken opdracht 3
1. vind 
2. overwintert
3. Rijdt 
4. word
5. herhaalt 
6. verovert

Slide 24 - Slide

Evaluatie
Kun jij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen?


Slide 25 - Slide

Kun jij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll