NN6 1TH H3 Grammatica- spelling van de persoonsvorm

Werkwoordspelling 
PVTT
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werkwoordspelling 
PVTT

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
1. Nieuwsbegrip 
2. Leerdoel van vandaag

4. Aan de slag: paragraaf afmaken + nakijken
5. Afsluiting les: spel

Slide 2 - Slide

Lesdoel, blz. 238
Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd  goed spellen.

Slide 3 - Slide

Hoe kun je de persoonsvorm in een zin vinden?

Slide 4 - Open question

persoonsvorm tegenwoordige tijd
Je gaat altijd uit van de ik-vorm/ stam:
Ik werk
stam = hele werkwoord -en



ik-vorm
ik werk, werk jij/ je?

ik loop, loop jij/ je?
ik-vorm + t
hij/zij/het/jij werkt

hij/zij/het/jij loopt
Hele werkwoord
wij/jullie/zij werken
wij/zij/jullie lopen

Slide 5 - Slide

Wat gaat hier mis?

Slide 6 - Slide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
(onthouden) ... jij dat tot morgen?
A
onthoud
B
onthoudt
C
onthield
D
onthouden

Slide 7 - Quiz

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
Hij onthoud
B
Hij onthoudt
C
Hij onthout
D
Hij onthoutd

Slide 8 - Quiz

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
De overvaller (beroven) het gezin.
A
berooft
B
beroofd
C
beroovt
D
beroofdt

Slide 9 - Quiz

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Dat (gebeuren) beslist niet!
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt
D
gebeur

Slide 10 - Quiz

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Ik (worden) morgen 13 jaar.
A
wort
B
word
C
wordt
D
wortd

Slide 11 - Quiz

Aan de slag
Je maakt opdracht 1 en 2 (blz. 238)

Zelfstandig in stilte werken  (10 min)

Klaar? Laat je werk door mij controleren

Slide 12 - Slide

Project; mindmap

Slide 13 - Slide

Lesdoel behaald?
Kun jij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen?


Slide 14 - Slide

Kun jij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll