Creatief schrijven & spelling les 1: Wat weet je al? kenmerken

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Creatief schrijven & Spelling

les 1

Nederlands - jaar 1 - periode 2 - 2024/2025

We starten met 10 minuten lezen.

Terugblik

De vorige les hebben we gewerkt aan fictie (hoofdstuk 1).

Wat weet je nog?

Vooruitblik

- Vandaag gaan we een start maken met creatief schrijven:
   een sprookje.

- Weet je wat de kenmerken zijn van een sprookje.

Wat gaan we doen in semester 1?

Wat?                                                                                     telt ...x mee  

Fictie (boek Like Me)                    TW1 (week 43)           2x

Creatief schrijven & spelling    TW2 (week 3)             2x

Wat leer je over sprookjes?

• opbouw van een sprookje (begin, midden, eind)
• kenmerken van hoofdpersonen in sprookjes
• kenmerken van plaatsen waar sprookjes zich afspelen
• woord- en taalgebruik in sprookjes
• sfeer in sprookjes

Maar eerst...

...beginnen we met een warming-up.

Wat weet jij allemaal al over sprookjes?

Welke sprookjes ken je?

Waaraan herken je een sprookje?

Welke sprookjes ken je met in de hoofdrol een meisje / een vrouw?

Welke sprookjes ken je met in de hoofdrol een jongen / een man?

Kenmerken van een sprookje

• Onbepaalde plaats en onbepaalde tijd
• Magie en fantasie
• Personages zijn vlak = Naam verwijst naar uiterlijk
• Goed einde
• Veel herhalingen, vaste formuleringen en getallensymboliek
  
• Vb de 3 biggetjes, de 7 dwergen, Spiegeltje spiegeltje aan de wand,...

   Volkssprookjes 

• Heel erg oud
• Mondeling doorverteld --> vaak heel wat varianten en veel herhaling
• Uiteindelijk verzameld en opgetekend, bv. Duitse gebroeders Grimm.
• Vb. Roodkapje, Hans en Grietje, Doornroosje, Sneeuwwitje

Cultuursprookjes

• Geschreven door 1 persoon
• Recenter: populair in de romantiek (19de eeuw).
• Vb. De kleine zeemeermin, geschreven door de Deen Hans Christian Andersen

Opdracht

1. Vraag om papier aan de docent en schrijf je naam op het blad.
   
2. Begin met Er was eens………
3. Schrijf 5 minuten aan een eigen bedacht sprookje.
4. Schuif je blad door naar ……… en lees eerst het stuk wat de ander heeft geschreven.
   
5. Schrijf 5 minuten verder aan het verhaal van een klasgenoot.
6. Schuif je blad door naar ……… en lees eerst de stukjes die je klasgenoten hebben geschreven.
   
7. Schrijf 5 minuten verder aan het verhaal van je klasgenoten.
8. Geef het blad weer terug aan de eerste schrijver zie naam bovenaan.
   

Wat heb je deze les geleerd?