Oefentoets bespreken

We gaan vandaag de oefentoets H1 en H3 bespreken

Wil je meedoen? dan zit je vooraan in de klas

Anders ben je RUSTIG aan het werk

1 / 20

Slide 1: Slide

WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

Oefentoets bespreken

We gaan vandaag de oefentoets H1 en H3 bespreken

Wil je meedoen? dan zit je vooraan in de klas

Anders ben je RUSTIG aan het werk

Slide 1 - Slide

Oefentoets H1 opgave 1 niet

Leerdoelen:

Procent rekenen: 2a, 2b, 5a, 5d
Verhoudingen : 2c, 2d
Maatsystemen: 4a, 4c
Snelheid: 4b
Inter/extrapoleren: 3b
Werken met grafieken: 3a, 5b, 5c, 5d

Slide 2 - Slide

Bereken hoeveel procent meer/minder A is van B:

\frac{​ B - A ​ ​}{​ A ​}

Slide 3 - Slide

Bereken hoeveel procent A meer/minder is dan B:

\frac{​ A - B ​ ​}{​ B ​}

Slide 4 - Slide

25 km = 6,1%

100% = 25/6,1*100 = 410

Nieuwe generatie is 106,1% want 6,1% meer

410+25=435

Slide 5 - Slide

Toename van 112,5% betekent dat we nu 212,5% hebben

We nemen nu 17 auto's als 212%% (gevraagd) en willen 100% berekenen

Dus 17/212,5*100%=8

Slide 6 - Slide

5 : 14 waarbij het verschil 62079 auto's is.

Het verschil tussen 5 en 14 is 14-5=9

62079/9=6897,666667

6897,666667*14= 96567 plug in hybride auto's

Slide 7 - Slide

We willen de actieradius per 1000 euro

We weten de actieradius van Tesla is 475 km per 58218 euro

Dus 475 : 58218 * 1000 euro = 8,2 km

Deze stappen die je bij elk automerk

Slide 8 - Slide

Interpoleren: een tussenliggende waarde berekenen

300 km ligt tussen 400 en 260, dus je pakt die twee waardes uit de tabel.

Slide 9 - Slide

1 liter is 1

d m^{​ 3 ​ ​} = 0, 001 m^{​ 3 ​ ​}

0, 06 m m = 0, 00006 m

\frac{​ 0 , 0 0 1 ​ ​}{​ 0 , 0 0 0 0 6 ​} = 16, 6666 . . .

Dus 16

Let op: niet afronden naar 17, want er wordt gevraagd hoeveel je kan verven. 17 redt je dus net niet.

m^{​ 2 ​ ​}

m^{​ 2 ​ ​}

Slide 10 - Slide

2 manieren:

Manier 1: (Makkelijk)

5 minuten en 15 secondes is

Dus 1 km per 0,0875 uur. Per uur is dat dus

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 0 ​} + \frac{​ 1 5 ​ ​}{​ 3 6 0 0 ​} = 0, 0875 u u r

Slide 11 - Slide

2 manieren:

Manier 2: (minder Makkelijk)

5 minuten en 15 secondes is in totaal 315 secondes

Dus 1000 meter per 315 secondes betekent: m/s

Van m/s en km/uur is vermenigvuldigen met 3,6

\frac{​ 1 0 0 0 ​ ​}{​ 3 1 5 ​} \approx 3.17

3, 17 \cdot 3, 6 = 11, 4

Slide 12 - Slide

3,6 mil is 10% minder, dus 3,6 mil = 90%

Slide 13 - Slide

in 2006 zien we 220 miljoen ideal transacties

Het aandeel van de mobiele transacties is 12%

Slide 14 - Slide

in 2006 zien we 220 miljoen ideal transacties

Het aandeel van de mobiele transacties is 13%

dus 12 % van 220 miljoen is 28,6 miljoen

Slide 15 - Slide

\frac{​ 2 2 0 ​ ​}{​ 1 0 0 ​} \cdot 13 = 28, 6 m i l j o e n

\frac{​ 2 9 0 ​ ​}{​ 1 0 0 ​} \cdot 32 = 92, 8 m i l j o e n

Let op. Hierbij mag je er bij de miljoenen 10 naast zitten en bij de procenten 1% Er is dus een afleesfout.

\frac{​ 3 8 0 ​ ​}{​ 1 0 0 ​} \cdot 48 = 182, 4 m i l j o e n

\frac{​ 5 2 0 ​ ​}{​ 1 0 0 ​} \cdot 63 = 327, 6 m i l j o e n

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Aflezen geeft 520

Slide 18 - Slide

Heb je nog vragen over Hoofdstuk 3?

Voor de oefentoets:

Opgave 1 en 6 NIET belangrijk

Opgave 6 is stof die NIET in de toets komt.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Oefentoets bespreken

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

More lessons like this

hoofdstuk 9 en 10

Eenheden van tijd en snelheid en verhoudingen

Oefentoets Sprong 3

Rekenen met snelheid, afstand en tijd

H5.3 Samengestelde eenheden

5 Oefeningen Interpreteren van diagrammen van gegroepeerde numerieke gegevens

Rekenen - oefenen toets domein 1

5.2 snelheid