H3, Lezen H1 tekststructuren, les 2

Welkom H3C! 

Telefoon in de telefoontas?
Leesboek, boek en schrift op tafel?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom H3C! 

Telefoon in de telefoontas?
Leesboek, boek en schrift op tafel?

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
- Lezen in leesboek
- Wat weet je nog?
- Huiswerk nakijken
- Uitleg theorie
- Aan de slag! 




Slide 2 - Slide

                               

                          Lekker lezen!

Slide 3 - Slide

Wat weten jullie nog?
Iedereen krijgt zo een blaadje. Op dat blaadje staat een signaalwoord óf een tekstverband. Het is aan jullie om het juiste signaalwoorden aan het juiste tekstverband te verbinden. 

Ik ben heel benieuwd hoe jullie dit gaan aanpakken! 


Slide 4 - Slide

Huiswerk nakijken

- Kijk met een andere kleur pen na
- Verbeter indien nodig
- Zet een krul als je het goed had

Ik loop ondertussen een rondje door de klas. 

Slide 5 - Slide

Vaste tekststructuren (blz. 12)
Een tekst is standaard opgebouwd uit drie onderdelen.

1. Inleiding
2. Middenstuk 
3. Slot

De inhoud van die drie delen kan verschillen, maar er zijn wel bepaalde structuren die je erin kunt herkennen. Schrijvers gebruiken namelijk vaak dezelfde opbouw. 

Slide 6 - Slide

Vaste tekststructuren (blz. 12)
probleem-oplossingsstructuur
1. Inleiding: hierin wordt het probleem genoemd
2. Middenstuk: hierin komen de gevolgen, oorzaken en oplossingen van het probleem naar voren
3. Slot: hierin wordt de beste oplossing vermeld. 


Slide 7 - Slide

Vaste tekststructuren (blz. 12)
1. Uit onderzoek is gebleken dat leerlingen achterstanden hebben op het gebied van Nederlands. 

2. Door deze achterstanden presteren ze ondermaats op hun vervolgopleidingen. Uit het onderzoek is gebleken dat door corona de achterstanden zijn opgelopen. Met behulp van extra bijlessen en meer focus op Nederlands in de vaklessen, hoopt de minister dat de taalvaardigheid zal verbeteren.
  
3. Al met al kunnen we zeggen dat Nederlands enorm belangrijk is. Door taalrijk onderwijs aan te bieden, zal het Nederlands van de meeste leerlingen verbeteren. 

Slide 8 - Slide

Aan de slag!

Wat? Maak opdracht 1, 2 en 3 (blz. 12-17)
Hoe? Je mag overleggen met je buurman/buurvrouw, mits dit
rustig verloopt
Tijd? Dit is huiswerk voor maandag
Klaar? Kom dan bij me
timer
15:00

Slide 9 - Slide

Weet je nog...?
Het verschil tussen hoofd- en bijzaken?
Hoofdzaken zijn belangrijk, bijzaken zijn minder belangrijk
Wat een kernzin is?
De belangrijkste zin van een alinea
De verschillende tekstverbanden?
Chronologisch, concluderend, doel-middel, oorzakelijk, redengevend, samenvattend, toelichtend, vergelijkend

Slide 10 - Slide

Tekstverbanden en signaalworoden (blz. 225)
7 tekstverbanden

1. Chronologisch verband (vroeger, later, eerst, vervolgens, daarna, nadat) 
2. Concluderend verband (dus, daarom, dat houdt in, kortom, al met al)
3. Doel-middelverband (waarmee, daarmee, met dat doel, het doel is, door middel van)
4. Oorzakelijk verband (daardoor, hierdoor, doordat, zodat, waardoor) 

Slide 11 - Slide

Tekstverbanden en signaalworoden (blz. 225)
5. Redengevend verband (daarom, want, omdat) 
6. Samenvattend verband (kortom, samengevat, met andere woorden) 
7. Toelichtend verband (zo, zoals, bijvoorbeeld, als) 

Deze kenden jullie al verrrrr daarvoor:
Opsommend verband (en, ook, verder, bovendien, daarnaast) 
Tegenstellend verband (maar, daarentegen, echter, integendeel) 



Slide 12 - Slide

Aan de slag!

Wat? Maak opdracht 1 en 2  (blz. 255-257) 
Hoe? Je mag overleggen met je buurman/buurvrouw
Tijd? Dit is huiswerk voor vrijdag
Klaar? Maak opdracht 1 (blz. 12)
timer
15:00

Slide 13 - Slide

Vaste tekststructuren (blz. 12)
Een tekst is standaard opgebouwd uit drie onderdelen.

1. Inleiding
2. Middenstuk 
3. Slot

De inhoud van die drie delen kan verschillen, maar er zijn wel bepaalde structuren die je erin kunt herkennen. Schrijvers gebruiken namelijk vaak dezelfde opbouw. 

Slide 14 - Slide

Vaste tekststructuren (blz. 12)
probleem-oplossingsstructuur
1. Inleiding: hierin wordt het probleem genoemd
2. Middenstuk: hierin komen de gevolgen, oorzaken en oplossingen van het probleem naar voren
3. Slot: hierin wordt de beste oplossing vermeld. 


Slide 15 - Slide

Vaste tekststructuren (blz. 12)
1. Uit onderzoek is gebleken dat leerlingen achterstanden hebben op het gebied van Nederlands. 
2. Door deze achterstanden presteren ze ondermaats op hun vervolgopleidingen. Uit het onderzoek is gebleken dat door corona de achterstanden zijn opgelopen. Met behulp van extra bijlessen en meer focus op Nederlands in de vaklessen, hopen de ministers dat de taalvaardigheid zal verbeteren.  
3. Al met al kunnen we zeggen dat Nederlands enorm belangrijk is. Door taalrijk onderwijs aan te bieden, zal het Nederlands van de meeste leerlingen verbeteren. 

Slide 16 - Slide

Vaste tekststructuren (blz. 12)
1. Uit onderzoek is gebleken dat leerlingen achterstanden hebben op het gebied van Nederlands. 
2. Door deze achterstanden presteren ze ondermaats op hun vervolgopleidingen. Uit het onderzoek is gebleken dat door corona de achterstanden zijn opgelopen. Met behulp van extra bijlessen en meer focus op Nederlands in de vaklessen, hopen de ministers dat de taalvaardigheid zal verbeteren.  
3. Al met al kunnen we zeggen dat Nederlands enorm belangrijk is. Door taalrijk onderwijs aan te bieden, zal het Nederlands van de meeste leerlingen verbeteren. 

Slide 17 - Slide

H3, Lezen H1 tekststructuren

Slide 18 - Slide