Grammatica opdr 11 tm 17

H4 taalverzorging 2
Grammatica
opdr 11 tm 17
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H4 taalverzorging 2
Grammatica
opdr 11 tm 17

Slide 1 - Slide

Hoe kun je de pv vinden?

Slide 2 - Mind map

Vorige les
Vorige les hebben we geoefend hoe je de PV moest vinden.

1) zin vragend maken > PV komt dan vooraan te staan. > eerste werkwoord in de zin 
2) zin in een adere tijd zetten. 

Slide 3 - Slide

Wie fietst er langs het kanaal?
pv =

Slide 4 - Open question

De kat ligt lekker in zijn mandje.
pv =

Slide 5 - Open question

andere vormen
Behalve de pv, zijn er ook andere vormen van het werkwoord.

- het hele werkwoord
- het voltooid deelwoord

Slide 6 - Slide

het hele werkwoord
is de vorm van het werkwoord zoals die in het woordenboek staat. 
Een heel werkwoord in de zin kun je niet van tijd veranderen. 
(Want: alleen de persoonsvorm kan veranderen)
bijvoorbeeld:
Wij moeten morgen zwemmen.
pv = moeten, hele werkwoord = zwemmen

Slide 7 - Slide

voltooid deelwoord
Dit is de vorm van het werkwoord die bij een persoonsvorm van hebben, worden of zijn in de zin staat.

Ali heeft zijn broer gebeld. 
Piet wordt naar het ziekenhuis gebracht
Janneke is door de dokter onderzocht

Slide 8 - Slide

Het paard graast in de stal.
graast =
A
pv
B
heel werkwoord
C
voltooid deelwoord

Slide 9 - Quiz

Ik heb mijn jas gepakt
gepakt =
A
pv
B
heel werkwoord
C
voltooid deelwoord

Slide 10 - Quiz

Johanna moet naar school lopen.
lopen =
A
pv
B
heel werkwoord
C
voltooid deelwoord

Slide 11 - Quiz

Jeske heeft een nieuwe tas gekocht.
heeft =
A
pv
B
heel werkwoord
C
voltooid deelwoord

Slide 12 - Quiz

De leerlingen weten het antwoord van de vraag niet.
weten =
A
pv
B
heel werkwoord
C
voltooid deelwoord

Slide 13 - Quiz

Ik heb nog nooit gevlogen
gevlogen =
A
pv
B
heel werkwoord
C
voltooid deelwoord

Slide 14 - Quiz

Deze klas kan supergoed werken.
kan =

Slide 15 - Open question

Mijn juf houdt van roze.
houdt =

Slide 16 - Open question

In de bioscoop draait een leuke film.
draait =

Slide 17 - Open question

Hij moet dat wel geloven.
geloven =

Slide 18 - Open question

Deze fiets is kapot.
is =

Slide 19 - Open question

Mijn auto is niet gekeurd.
gekeurd =

Slide 20 - Open question

Mijn konijn heeft koude oren gekregen.
gekregen =

Slide 21 - Open question

huiswerk
maak opdracht 12 tm 17
blz  85 tm 88

Slide 22 - Slide