3.1 Zintuigen en prikkels

Waarnemen
Zintuigen en prikkels
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Waarnemen
Zintuigen en prikkels

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lesprogramma

  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Vragen
  • Nabespreken

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je:
  1. Welke zintuigen je hebt.
  2. Hoe je lichaam op prikkels reageert.

Slide 4 - Slide

Welk leerdoel heb je gehaald?
Wat weet je nu al?
A
Ik weet welke zintuigen ik heb.
B
Ik weet hoe mijn lichaam op prikkels reageert.
C
Ik ken de leerdoelen nog niet.
D
Ik ken alle leerdoelen.

Slide 5 - Quiz

Leerdoel 1: Welke zintuigen heb ik?
Begrippen:
  • Zintuigen
  • Prikkels
  • Waarnemen

Slide 6 - Slide

Leerdoel 1: Welke zintuigen heb ik?
Begrippen:

  • Zintuigen
  • Prikkels
  • Waarnemen

Slide 7 - Slide

Het geluid van een sirene is een:
A
prikkel
B
zintuig
C
waarnemen
D
bericht

Slide 8 - Quiz

Oren, ogen, neus, mond, huid en tong zijn
A
Waarnemingen
B
prikkels
C
zintuigen
D
zenuwen

Slide 9 - Quiz

Leerdoel 2: Hoe reageert je lichaam op prikkels
Volgorde:
  1. De telefoon gaat. Dat is de prikkel.
  2. In je oor wordt de prikkel omgezet in een bericht.
  3. Het bericht gaat naar je hersenen: je weet dat de telefoon gaat. De prikkel gaat met 300 m/sec.
  4. Je hersenen sturen een bericht naar je armspieren. Ook 3000 m/sec 
  5. Je armspieren ontvangen het bericht: je pakt je telefoon. Ongeveer 0,25 sec. later.

Slide 10 - Slide

Leerdoel 2: Hoe reageert je lichaam op prikkels?
Begrippen:
  • Zenuwen
  • spieren 
  • hersenen
  • ruggenmerg
  • zenuwstelsel = hersenen, zenuwen en ruggenmerg

Slide 11 - Slide

Wat is waar?
A
Het zenuwstelsel = alle zenuwen in je lichaam.
B
Het zenuwstelsel = je spieren en je zenuwen.
C
Het zenuwstelsel = hersenen, ruggenmerg en zenuwen.
D
Het zenuwstelsel = je hersenen en je spieren.

Slide 12 - Quiz

Iemand raakt jouw hand aan. Hoe weet je wat je voelt? Zet in de goede volgorde:
1
2
3
4
Zenuw naar spieren
Zenuw naar hersenen.
Zintuig.
Hersenen

Slide 13 - Drag question

Waar
Niet waar
Je hersenen sturen berichten naar je zintuigen
Je hersenen weten wat je ziet.
Je zenuwstelsel bestaat uit zenuwen, hersenen en ruggemerg.
Je beslist met je spieren hoe je reageert.

Slide 14 - Drag question

Welk leerdoel heb je gehaald?
Wat weet je nu al?
A
Ik weet welke zintuigen ik heb.
B
Ik weet hoe mijn lichaam op prikkels reageert.
C
Ik ken de leerdoelen nog niet.
D
Ik ken alle leerdoelen.

Slide 15 - Quiz

Aan de slag!
  1. Je hebt nu als goed is alle kennis van 3.1.
  2. Je kan nu in Nectar maken: Start op blz. 110
  3. Opdracht 1 t/m 11 (blz. 111 t/m 116)

Slide 16 - Slide

Nabespreken
Je weet nu:
  1. Welke zintuigen je hebt.
  2. Hoe je lichaam op prikkels reageert.

Slide 17 - Slide