Herhaling AP deel 1 Basis

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Herhaling AP deel 1 Basis

Bepaal je huiswerk!

Vraag 1 en 2  - blz. 92 opdracht 5

Vraag 3 - blz. 93 opdracht 11

Vraag 4 - blz. 93 opdracht 10

Vraag 5 - blz. 93 opdracht 12

Vraag 6 - blz. 92 opdracht 7

Vraag 7 - blz. 92 opdracht 8

Vraag 8 en 9 - blz. 93 opdracht 7

Vraag 10 - blz. 93 opdracht 16

Wat is afzet?

1. Aantal stuks dat je hebt verkocht
2. Aantal stuks dat je hebt ingekocht

Bepaal je huiswerk!

Vraag 1 en 2  - blz. 92 opdracht 5

Vraag 3 - blz. 93 opdracht 11

Vraag 4 - blz. 93 opdracht 10

Vraag 5 - blz. 93 opdracht 12

Vraag 6 - blz. 92 opdracht 7

Vraag 7 - blz. 92 opdracht 8

Vraag 8 en 9 - blz. 93 opdracht 7

Vraag 10 - blz. 93 opdracht 16

Wat is de omzet?

1. Het aantal (stuks) van de verkopen
2. Het totale bedrag van de verkopen

Bepaal je huiswerk!

Vraag 1 en 2  - blz. 92 opdracht 5

Vraag 3 - blz. 93 opdracht 11

Vraag 4 - blz. 93 opdracht 10

Vraag 5 - blz. 93 opdracht 12

Vraag 6 - blz. 92 opdracht 7

Vraag 7 - blz. 92 opdracht 8

Vraag 8 en 9 - blz. 93 opdracht 7

Vraag 10 - blz. 93 opdracht 16

________________ +

________________ +

inkoopprijs

brutowinstmarge

verkoopprijs excl. btw

consumentenprijs

btw

BONUS:
Youssef heeft een buurtwinkel met Marokkaanse specialiteiten. Zijn jaaromzet is € 438.000. De inkoopwaarde van zijn producten is € 296.000. Zijn bedrijfskosten zijn € 88.600. Bereken de brutowinst van Youssef.

1. € 140.000
2. € 141.000
3. € 142.000
4. € 143.000

Youssef heeft een buurtwinkel met Marrokaanse specialiteiten. Zijn jaaromzet is € 438.000. De inkoopwaarde van zijn producten is € 296.000. Zijn bedrijfskosten zijn € 88.600. Bereken de nettowinst van Youssef.

1. € 53.400
2. € 54.400
3. € 55.400
4. € 56.400

Bepaal je huiswerk!

Vraag 1 en 2  - blz. 92 opdracht 5

Vraag 3 - blz. 93 opdracht 11

Vraag 4 - blz. 93 opdracht 10

Vraag 5 - blz. 93 opdracht 12

Vraag 6 - blz. 92 opdracht 7

Vraag 7 - blz. 92 opdracht 8

Vraag 8 en 9 - blz. 93 opdracht 7

Vraag 10 - blz. 93 opdracht 16

De inkoopprijs voor een jurk is 20 euro. De brutowinstmarge is 40%.
Bereken de verkoopprijs van de jurk.

Schrijf alle berekeningen op.

1. € 33,88
2. € 32,20
3. € 30,28
4. € 28,-

Bepaal je huiswerk!

Vraag 1 en 2  - blz. 92 opdracht 5

Vraag 3 - blz. 93 opdracht 11

Vraag 4 - blz. 93 opdracht 10

Vraag 5 - blz. 93 opdracht 12

Vraag 6 - blz. 92 opdracht 7

Vraag 7 - blz. 92 opdracht 8

Vraag 8 en 9 - blz. 93 opdracht 7

Vraag 10 - blz. 93 opdracht 16

De inkoopprijs voor een jurk is 20 euro. De brutowinstmarge is 40%. De btw is 21%.
Bereken de consumentenprijs van de jurk.

Schrijf alle berekeningen op.

1. € 33,88
2. € 32,20
3. € 30,28
4. € 28,-

Bepaal je huiswerk!

Vraag 1 en 2  - blz. 92 opdracht 5

Vraag 3 - blz. 93 opdracht 11

Vraag 4 - blz. 93 opdracht 10

Vraag 5 - blz. 93 opdracht 12

Vraag 6 - blz. 92 opdracht 7

Vraag 7 - blz. 92 opdracht 8

Vraag 8 en 9 - blz. 93 opdracht 7

Vraag 10 - blz. 93 opdracht 16

=

-

=

-

brutowinst

bedrijfskosten

brutowinst

omzet

nettowinst

inkoopwaarde

Bepaal je huiswerk!

Vraag 1 en 2  - blz. 92 opdracht 5

Vraag 3 - blz. 93 opdracht 11

Vraag 4 - blz. 93 opdracht 10

Vraag 5 - blz. 93 opdracht 12

Vraag 6 - blz. 92 opdracht 7

Vraag 7 - blz. 92 opdracht 8

Vraag 8 en 9 - blz. 93 opdracht 7

Vraag 10 - blz. 93 opdracht 16

Sleep in de goede kolom :

Geen bedrijfskosten

bedrijfskosten

Gas

Omzet

Brutowinst

Inkoopprijs

Lonen

Huur

Bepaal je huiswerk!

Vraag 1 en 2  - blz. 92 opdracht 5

Vraag 3 - blz. 93 opdracht 11

Vraag 4 - blz. 93 opdracht 10

Vraag 5 - blz. 93 opdracht 12

Vraag 6 - blz. 92 opdracht 7

Vraag 7 - blz. 92 opdracht 8

Vraag 8 en 9 - blz. 93 opdracht 7

Vraag 10 - blz. 93 opdracht 16

Nieuwe technieken

Arbeidsverdeling

Scholing

Arbeidsomstandigheden

Een goede stoel, de juiste temperatuur

Iedereen doet waar hij/zij goed in is

Met een diploma weet je mee en gaat het werk sneller

Een robot of machine neemt jouw werk over

Bepaal je huiswerk!

Vraag 1 en 2  - blz. 92 opdracht 5

Vraag 3 - blz. 93 opdracht 11

Vraag 4 - blz. 93 opdracht 10

Vraag 5 - blz. 93 opdracht 12

Vraag 6 - blz. 92 opdracht 7

Vraag 7 - blz. 92 opdracht 8

Vraag 8 en 9 - blz. 93 opdracht 7

Vraag 10 - blz. 93 opdracht 16

Twee mensen zijn allebei ergens anders goed in. Daarom doen zij allebei een taak en ruilen zij de producten die ze over hebben.

Het kost een leraar 30 minuten om één les voor te bereiden.

Arbeidsproductiviteit

Arbeidsverdeling

Bepaal je huiswerk!

Vraag 1 en 2  - blz. 92 opdracht 5

Vraag 3 - blz. 93 opdracht 11

Vraag 4 - blz. 93 opdracht 10

Vraag 5 - blz. 93 opdracht 12

Vraag 6 - blz. 92 opdracht 7

Vraag 7 - blz. 92 opdracht 8

Vraag 8 en 9 - blz. 93 opdracht 7

Vraag 10 - blz. 93 opdracht 16

In een frisdrankfabriek werken 60 mensen. Per wek wordt er 1.231.200 liter frisdrank gemaakt. Hoeveel is dit per werknemer per week?

1. 20.520 L
2. 21.520 L
3. 22.520 L
4. 0,00004 L

Bepaal je huiswerk!

Vraag 1 en 2  - blz. 92 opdracht 5

Vraag 3 - blz. 93 opdracht 11

Vraag 4 - blz. 93 opdracht 10

Vraag 5 - blz. 93 opdracht 12

Vraag 6 - blz. 92 opdracht 7

Vraag 7 - blz. 92 opdracht 8

Vraag 8 en 9 - blz. 93 opdracht 7

Vraag 10 - blz. 93 opdracht 16

Oefenen!

Op bladzijde 96 en 97 maak je: 3 t/m 6 en 8 en 14.