gram_2

grammatica
onderwerp
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

grammatica
onderwerp

Slide 1 - Slide

Programma

Lezen
Doel
Terugblikken persoonsvorm
Onderwerp
Oefeningen
Afronden

Slide 2 - Slide

Mededelingen
ouderavond in week 41

Slide 3 - Slide

De hond plast in het huis.

wat is: de persoonsvorm?
A
het huis
B
plast
C
de hond
D
in

Slide 4 - Quiz

De hond moet buiten plassen.

Wat is: de persoonsvorm?


A
moet
B
de hond
C
buiten
D
plassen

Slide 5 - Quiz

In een hoofdzin staat de persoonsvorm op de tweede plek. Is dit juist?
A
Ja, dit klopt.
B
Nee, dit klopt niet.

Slide 6 - Quiz

De persoonsvorm is een werkwoord. In elke zin staat een persoonsvorm.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

In een ‘normale zin’ staat de persoonsvorm altijd op de tweede plaats.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

De persoonsvorm staat altijd op de tweede plaats in de zin.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Doel
Je kan het onderwerp in de zin vinden

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

4.5 en 5.1

Slide 13 - Slide

Het onderwerp vind je door:
A
de tijd in de zin te veranderen
B
door een vraagzin met 'wie' of 'wat' te maken

Slide 14 - Quiz

Op welke manieren vind je het onderwerp?

Slide 15 - Open question