This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
GKB1 thema 4
Onderwijs ontwerpen 1
Slide 1 - Slide
De 'gastheer' heeft als doel...
A
... gangcultuur buiten de les te houden.
B
... de leiding te nemen.
C
... contact te maken
D
... een veilig leerklimaat te creëren.
Slide 2 - Quiz
Contact maken, de 'gastheer-rol' past in het adaptieve model bij...
A
Relatie
B
Autonomie
C
Competentie
D
Didactiek
Slide 3 - Quiz
Welke van de volgende gedragsindicatoren past NIET bij jouw rol van 'gastheer' of 'gastvrouw'?
A
Je bent zichtbaar, kijkt iedereen aan en bent vriendelijk.
B
Je neemt een centrale plaats in de ruimte in en vangt de aandacht.
C
Je bent organisatorisch klaar om de klas te ontvangen.
D
Je bent toegankelijk en benaderbaar en geeft daarin het voorbeeld.
Slide 4 - Quiz
Jongeren *samen laten werken, *elkaars werk laten nakijken, *de mogelijkheid geven om zelf hun werk na te kijken en *zelf een werkvorm te kiezen zijn voorbeelden van docentgedragingen die in het ADAPTIEVE MODEL passen bij....
Slide 5 - Open question
Wie heeft/hebben gelijk? Mieke: motivatie leidt altijd tot leren. Marijn: een goede leraar houdt rekening met de verschillende leerstijlen (onderzocht door Kolb) van leerlingen
A
Mieke heeft gelijk
B
Marijn heeft gelijk
C
Beide hebben gelijk
D
Beide hebben ongelijk
Slide 6 - Quiz
Effectieve instructie houdt volgens de Cognitive Load Theory (Sweller e.a.) in dat de docent.....
Slide 7 - Open question
Dit is een voorbeeld van...
A
Grafische advance organizer
B
Expository advance organizer
C
Narratieve advance organizer
D
Vergelijkende advance organizer
Slide 8 - Quiz
Docente Marieke maakt samen met haar leerlingen een woordweb via LessonUp om de voorkennis van de vorige les op te halen. Alle antwoorden van leerlingen zijn nu zichtbaar. Marieke zegt "Fijn jongens, goed gewerkt. Ik ga nu het hofstelsel uitleggen." Het maken van het woordweb vergde weer meer tijd dan ze had gedacht en ze heeft tenslotte nog veel te doen voor de komende toets. Welke stap moet Marieke niet vergeten?