Stam + t

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd, altijd 

stam + t
Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd altijd stam + t
behalve bij ik en als jij erachter staat.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 6

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd, altijd 

stam + t
Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd altijd stam + t
behalve bij ik en als jij erachter staat.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Ik ..... de kaarten.
A
schud
B
schudt
C
schut

Slide 3 - Quiz

Hij ....... de kaarten.
A
schud
B
schudt
C
schut

Slide 4 - Quiz

....... jij de kaarten?
A
Schud
B
Schudt
C
Schut

Slide 5 - Quiz

Mijn broer ...... me.
A
bevrijd
B
bevrijdt
C
bevrijt

Slide 6 - Quiz

Ik ............ mijn zusje.
A
bevrijd
B
bevrijdt
C
bevrijt

Slide 7 - Quiz

.......... jij de hond?
A
Bevrijd
B
Bevrijdt
C
Bevrijt

Slide 8 - Quiz

Schrijf op:

Slide 9 - Open question

Schrijf op:

Slide 10 - Open question

Schrijf op:

Slide 11 - Open question

Schrijf op:

Slide 12 - Open question

Schrijf op:

Slide 13 - Open question

Schrijf op:

Slide 14 - Open question

Schrijf op:

Slide 15 - Open question

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd, altijd 

stam + t
Wat hebben we vandaag geleerd? 

Slide 16 - Slide