Nevenschikking (hoofdzin + hoofdzin)
De zinnen zijn aan elkaar geplakt, maar kunnen ook prima los voorkomen.
- Het wordt mooi weer vandaag en de terrassen gaan weer open.
- Het wordt mooi weer vandaag. De terrassen gaan weer open.
Dus, en, maar, of, want.
Onderschikking (hoofdzin + bijzin)
De zinnen zijn afhankelijk van elkaar en kunnen dus niet los van elkaar voorkomen.
Stuur je een berichtje zodra je thuis bent?
Stuur een berichtje. Zodra je thuis bent.
Aangezien, als, dan, dat, doordat, hoewel, mits, nadat, of, omdat, opdat, tenzij, terwijl, toen, voordat, zodat, zodra.