2.8 Productinformatie

Bs. 5 Voedselbederf
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Bs. 5 Voedselbederf

Slide 1 - Slide

Welke voedingsstoffen moeten worden verteerd?
A
Vitaminen, eiwitten, koolhydraten
B
Vetten, koolhydraten, mineralen
C
Eiwitten, vetten, koolhydraten
D
Koolhydraten, vitamine, mineralen

Slide 2 - Quiz


Door kauwen wordt het oppervlak van het voedsel vergroot. Waarom is dit nuttig?
A
Speekselenzymen werken beter in op het voedsel
B
Het wordt niet vergroot, daar gaat het niet om
C
De dunne darm werkt beter
D
Dan werkt de dikke darm beter

Slide 3 - Quiz

Welke vertering vindt plaats? Sleep naar de juiste plek.
Speeksel
Zetmeel (koolhydraat)
eiwitten
koolhydraten
eiwitten vetten
koolhydraten
eiwitten

Slide 4 - Drag question

Vetten
Water
Koolhydraten
Eiwitten
Vitamines mineralen

Slide 5 - Drag question

Hoeveel kcal is 12100 kjoule?
Je mag je rekenmachine gebruiken.
A
3286
B
2190
C
2381
D
2881

Slide 6 - Quiz

Wat is de BMI van een jongen van 1,65 m en 50 kg?
A
12,34 kg/m2
B
9,56 kg/m2
C
18,36 kg/m2
D
20,65 kg/m2

Slide 7 - Quiz

Leerdoelen

Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan


Je kunt informatie op verpakkingen van voedingsmiddelen verklaren

Slide 8 - Slide



Voedselvergiftiging

Slide 9 - Slide

Voedselvergiftiging
Afweerreactie die ontstaat door het eten van voedsel dat is besmet met giftige stoffen

Vooral in kippen en varkens en rauwe producten
Tasten dunne darm aan


Slide 10 - Slide

Conserveren
 Voedingsmiddelen behandelen waardoor ze langer houdt bij zijn

Micro-organismen: vocht, voedsel, warmte en zuurstof

Slide 11 - Slide

Invriezen: -20 graden
Drogen: water onttrekken

Slide 12 - Slide

Pasteuriseren: tot 72 graden verhitten, niet alles dood
Steriliseren: tot 130-140 graden, wel alles dood

Slide 13 - Slide

Vacuüm verpakken: lucht eruit
Gasverpakken: geen lucht maar een mengsel van gassen

Slide 14 - Slide

Conserveermiddelen toevoegen: suiker, zout, zuur, stikstof of sulfiet
Doorstralen: radioactieve stralen

Slide 15 - Slide

Additieven
Stoffen die aan voedingsstoffen worden toegevoegd om ze langer houdbaar of aantrekkelijke te maken

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Wat staat er allemaal op de verpakking van voedsel?

Slide 18 - Mind map



Wat staat er allemaal op de verpakking van voedsel?

Slide 19 - Slide

Product informatie

Slide 20 - Slide

De kleine lettertjes
  • Productinformatie
  • Productiecode/partijcode
  • THT-datum
  • TGT-datum
  • Bewaarvoorschrift 
  • Ingrediënten 
  • E-nummer
  • Voedingswaarde

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

E-nummers

Additieven die geen gevaar opleveren voor de gezondheid

https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/e-nummers.aspx

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video


A

Slide 26 - Quiz

Wat hoort NIET bij voedsel bewaren?
A
drogen
B
in blik
C
invriezen
D
in water leggen

Slide 27 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Koelen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
luchtdicht verpakken

Slide 28 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
luchtdicht verpakken

Slide 29 - Quiz

Hoe komt het dat jam niet snel bederft?
A
Doordat bij het vullen alle lucht uit de pot is weggezogen
B
Doordat micro-organismen niet kunnen leven in een milieu met veel suiker
C
Doordat de temperatuur ervoor zorgt dat de enzymen van de micro-organismen niet werken.
D
Doordat de micro-organismen niet kunnen leven in een mileu zonder water

Slide 30 - Quiz

Aan yoghurt(zie de afbeelding links) wordt vaak rodebietensap toegevoegd. Hierdoor krijgt de vla een fellere kleur.

Is rodebietensap een additief? En is rodebietensap een conserveermiddel?
A
Wel een additief, geen conserveer middel
B
Geen additief, geen conserveermiddel
C
Geen additief, wel conserveermiddel
D
Wel een addititef, wel een conserveermiddel

Slide 31 - Quiz

Drie methoden om voedselbederf door micro-organismen tegen te gaan, zijn invriezen, pasteuriseren en steriliseren.

Bij welke van deze methoden worden alle micro-organismen in het voedsel gedood?
A
Pasteuriseren
B
Invriezen
C
Steriliseren
D
Pasteuriseren en Steriliseren

Slide 32 - Quiz

Huiswerk
Basisstof 5: opdrachten 5 t/m 9

Klaar? Maak de opdrachten van basisstof 8: productinformatie
timer
5:00

Slide 33 - Slide