laatste les voor de toets

welkom
ga rustig zitten en pak je Ipad en boek er bij.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

welkom
ga rustig zitten en pak je Ipad en boek er bij.

Slide 1 - Slide

wat gaan we doen
stukje herhalen (of zelfstandig leren)
aan de slag testjezelf
kahoot

Slide 2 - Slide

bloedpasma
het bovenste gedeelte in de buis hiernaast is bloedplasma. Bloedplasma is opgedeeld in 3 delen. plasma-eiwitten , water en opgeloste stoffen. 

Fibrogeen is een plasma eiwit dit eiwit helpt mee bij de bloedstolling.

water zorgt er voor dat bloed vloeibaar is

de opgeloste stoffen zijn bijvoorbeeld afvalstoffen en voedingstoffen.

Slide 3 - Slide

overzicht
Een volwassen persoon heeft +/- 6 liter bloed.
Bloed is belangrijk voor de transport in je lichaam.
Bloed bestaat uit verschillende stoffen en cellen
bloedplasma
7% Plasma-eiwitten
91% water
2% opgeloste stoffen
bloedcellen en bloedplaatjes
rode bloedcellen
wittebloedcellen
bloedplaatjes
Rode bloedcellen lijken een beetje op donuts. ze vervoeren zuurstof en koolstofdioxide en hebben geen celkern. hebben een eiwit hemoglobine dt eiwit zorgt voor de rode kleur
bloedplaatjes zijn geen cellen en hebben ook geen celkern. bloedplaatjes helpen bij de stolling als je een wondje hebt.
Witte bloedcellen hebben geen vaste vorm ze kunnen allemaal verscillende vormen aan nemen. ze hebben wel een celkern en helpen bacteriën en virussen te bestrijden.

Slide 4 - Slide

slagaders
Slagaders lopen van het hart af. Er staat erg veel
druk op deze bloedvaten omdat het hart met veel
kracht bloed pompt. De wand van de slagaders zijn erg dik zodat ze tegen de druk kunnen. 

Slide 5 - Slide

haarvaten
haar vaten zijn letterlijk zo dun als een haar. de wand van een haarvat is een cellaag dun. haarvaten gaan door organen en spieren om overal bloed naar toe te vervoeren.

Slide 6 - Slide

aders
Aders lopen naar het hart toe, er staat minder druk op deze bloedvaten. De wand van deze vaten zijn een stuk dunner dan die van slagaderen.

Slide 7 - Slide

Werking van het hart
het hart maakt steeds de zelfde 
beweging.  tussen door neemt
het hart ook ven pauze. dit zie
je bij 3. hoe harder je hard klopt 
hoe hoger je hartslag en hoe
korter de pauze.

Slide 8 - Slide

Hartkleppen en halvemaanvormige kleppen

Slide 9 - Slide

vond je de vorige vragen lastig?

kijk dan nog goed naar deze afbeelding

Slide 10 - Slide

Nierslagader


  • Veel glucose
  • Veel zuurstof
  • Weinig koolstofdioxide
  • Veel ureum


(ureum is een afvalstof dat in je bloed zit)

Nierader


  • Weinig glucose
  • Weinig zuurstof
  • Veel koolstofdioxide
  • Weining ureum


Slide 11 - Slide

nier
nierschors

niermerg

nierbekken
Nierschors
Nierschors: Zorgt voor het afscheiden van water en afvalstoffen. Dit noem je urine.
Niermerg
Niermerg: Zorgt voor het afscheiden van water en afvalstoffen, dit noem je urine.
Nierbekken
verzamelt de urine. 
Nierslagader en nierader
Nierslagader: Brengt het bloed naar de nieren. 
Nierader: brengt het bloed van de nieren richting het hart. 

Slide 12 - Slide

heb je nog vragen?

Slide 13 - Slide

ga verder met de test jezelf

Slide 14 - Slide

kahoot

Slide 15 - Slide