Taal thema 5 week 2 les 6

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 5

Taal woordenschat

Thema 5, les 6

1. het ruimtestation
2. de satelliet
3. de aarde
4. het zonnestelsel

1. het ruimtestation
2. de satelliet
3. de aarde
4. het zonnestelsel

1. het laboratorium
2. het ruimtestation
3. de proef
4. de satelliet

1. het laboratorium
2. de proef
3. het zonnestelsel
4. het ruimtestation

Welk woord past er op de lege plek?
De beroemde .... Galilei doet onderzoek naar de ruimte.

1. wetenschapper
2. telescoop
3. satelliet
4. filmster

Welk woord past er op de lege plek?
......Hij kijkt door een grote ... naar de lucht.

1. planeet
2. ruimteschip
3. telescoop
4. proef

Welk woord past er op de lege plek?
'Ik wil zo graag de planeten van het .... zien', mompelt hij.

1. ruimtestation
2. zonnestelsel
3. heelal
4. boek

Waar of niet waar?
gedeeltelijk betekent voor een deel

1. waar
2. niet waar

Waar of niet waar?
Op slag betekent opeens.

1. waar
2. niet waar

Waar of niet waar?
Als je een luchtje moet scheppen, pak je een schep om lucht te scheppen.

1. waar
2. niet waar

Welk woord past op de lege plek? Kies uit: 

telescoop, zonnestelsel, wetenschapper, luchtje scheppen, gedeeltelijk, op slag

1. De beroemde _______ Galilei zit ´s nachts op een stoel.
2. Hij kijkt door een grote ________ naar de lucht.
3. 'Ik wil zo graag de planeten van het __________ zien,'  mompelt hij.
4. Maar een grote wolk bedekt opeens __________ het uitzicht.
5. ___________ ziet Galilei niets meer.
6. Hij verzucht; ´Jammer, dan ga ik maar _________ .`